Expert meeting Indicatoren voor een Duurzame en Solidaire Economie
Datum: 15 april 2011
Tijd: 9.30 uur
Plaats: Utrecht
Achtergronden:
Er is een toenemende urgentie om beleid te ontwikkelen gericht op de snelle aanpak van de ecologische en sociale mondiale crises op gebieden als klimaat, overgebruik van de biologische capaciteiten, grootschalige armoede en toenemende inkomensongelijkheid. Daarvan afgeleid is er een toenemende urgentie om te beschikken over de noodzakelijke economische beleidsinstrumenten. Daartoe behoren ook de zo correct mogelijke beschrijving en analyse van deze crises, zowel in termen van doelvariabelen als van besturingsvariabelen. Er is gedurende de laatste decennia veel werk verricht om hiervoor de meest adequate indicatoren te ontwikkelen en toe te passen, deels vanuit de kritiek op de tekortkomingen van het BBP en het daarmee verbonden beleid van economische groei.
Binnen het Platform DSE en deels ook binnen de Alliantie FGD hebben discussies plaatsgevonden die laten zien dat er verschil van inzicht is over de gebruiksmogelijkheden en de daaruit te trekken consequenties van beleid. Daarbij ging het met name over twee onderwerpen:
- De relatie tussen de Ecologische Voetafdruk – EV, het Duurzaam Nationaal Inkomen – DNI, en de bevolkingsomvang.1
- De mogelijke beleidsconsequenties van de volstrekt te grote EV, en dan met name de eventuele noodzaak van beleid voor krimp van de bevolkingsomvang, naast de verkleining van de EV.2
Daarnaast is tijdens de Vierde conferentie van Tilburg in Workshop 5 gesproken over de noodzaak en mogelijkheden van een duurzame en solidaire Macro Economische verkenning (ook wel MEV+ genoemd) als alternatief voor de jaarlijkse MEV van het CPB.3 Ter illustratie van het mogelijke verschil in aanpak (en dus de relevantie) van de MEV en de MEV+ werden twee varianten van de eerste alinea;s van beide rapportages gepresenteerd:
MEV 2011: “De Nederlandse economie herstelt zich sinds de tweede helft van 2009 van een uitzonderlijk diepe recessie. Het herstel houdt nu al vier kwartalen aan (met positieve kwartaal-op-kwartaalgroei), maar is verre van uitbundig. . Na een krimp van het BBPmet 3,9% in 2009, wordt voor 2010 voor Nederland een economische groei geraamd van 1¾%. In 2011 vertraagt de groei tot 1½%. Deze vooruitzichten wijzen op een gematigd herstel.”
En MEV+ 2015: “De recessie in de wereldeconomie en in Nederland heeft zich sinds 2010 verdiept. De ISEW blijft een licht dalende tendens vertonen, de Gini-coëfficient laat een verdieping van de inkomensongelijkheid zien, en de vergroting van de EV wijst op verdere afname van bestaanszekerheid. Dat weerspiegelt zich in de daling van de leefsituatie index van de Nederlanders met lage en middeninkomens. En dat alles ondanks een lichte stijging van het BBP. Wel is de afstand tussen het DNI en het BBP verkleind, dat wijst op een vermindering van de kosten van verduurzaming van de Nederlandse economie.”
Als mogelijke karakteristieken van de MEV+ werden de volgende genoemd.
-
Begin beschrijving en analyse in termen van mens- en natuurwaarden.
-
Geef alternatieve indicatoren een centrale plek (bijvoorbeeld ISEW, HPI, Gini coëfficient, EV, LPI, DNI, SSI, BOA index).
-
Leg relaties met variabelen uit andere domeinen (bijvoorbeeld gezondheid, onderwijs, Leefsituatie Index).
-
Leg relaties met mondiale ontwikkelingen en repercussies.
-
Daarnaast ook vertaling in “monetaire” termen, inclusief gebruik BBP.
Het beraad over een MEV+ wordt binnenkort voortgezet. Het Platform DSE streeft naar de ontwikkeling, op korte termijn, van een MEV+. Ook hiervoor is meer duidelijkheid nodig omtrent de noodzaak en mogelijkheden van alternatieve indicatoren voor een ‘Fair & Green Dashboard’.
Deze discussie werd extra relevant vanwege de verschijning in 2009 van de Monitor Duurzaam Nederland, ontwikkeld door het CBS in samenwerking met het CPB, de PBL en het SCP. Deze Monitor is een stap vooruit in de ontwikkeling van beleidsinstrumenten, maar schiet nog steeds tekort. Zo kregen de binnen het Platform DSE hoog geachte indicatoren als de ISEW, het DNI, en de EV binnen de monitor geen duidelijke plek. Daarnaast is de beschrijving en analyse van de Monitor hoofdzakelijk op Nederland gericht, en dat terwijl het PDSE voorrang wil geven aan de mondiale beschrijving en analyse, vanwege de hoge graad van mondialisering van de economie…
In 2009 verscheen ten behoeve van het Innovatienetwerk de studie van Biba Schoenmakers: Alternatieve economische systemen – Een exploratieve studie naar bruikbare concepten voor het ontwerp van een geregionaliseerd landbouwsysteem, Daarin wordt ook ruime aandacht gegeven aan alternatieve indicatoren. Zij wordt o.a. gebruikt bij de ontwikkeling nvan een Groene Scan voor de provincie Zeeland. Dit illustreert eens te meer de relevantie van deze expert meeting.
Doel van de expert meeting:
Vanuit deze achtergronden geldt de volgende doelomschrijving: duidelijkheid verschaffen omtrent de juistheid, bruikbaarheid en beperkingen van alternatieve indicatoren als de ISEW, het DNI, de EV, de LPI, de SSI en de Waterfootprint, zowel in hun eigenstandigheid alsook in samenhang met andere indicatoren, inclusief die van de bevolkingsomvang.
Dagvoorzitter: Jan Pronk
Programma:
9.30 – 10.00 uur: Aankomst en koffie
10.00 -10.15 uur: Lou Keune: welkom; doel en programma van de EM
10.15 – 10.40 uur: Jan Juffermans en Quintijn Hoogenboom: de Ecologische en Water-voetafdruk en de relatie met bevolking
10.40 -11.05 uur: Brent Bleys: de Index of Sustainable Economic Welfare
11.05 – 11.30 uur: Roefie Hueting en Bart de Boer: het Duurzaam Nationaal Inkomen
11.30-11.35 Koffie / Thee
11.35 – 12.45 uur: Eerste discussieronde: welke overeenkomsten zien we, welke op-merkelijke verschillen, en welke relaties bestaan er?
12.45-13.45 uur: Pauze
13.45 – 15.00 uur: Tweede discussieronde: bruikbaarheid van de alternatieve indicatoren, gezien de urgentie van de ecologische en sociale problematieken, en de noodzaak van ingrijpende en structurele maatregelen.
15.00 – 15-05 uur: Pauze
15.05 – 16.20 uur: Derde discussieronde
– Hoe relaties te leggen met variabelen uit andere domeinen (bijvoorbeeld gezondheid, onderwijs, Leefsituatie Index)?
– Hoe relaties te leggen met, cq het primaat te geven aan, mondiale ontwikkelingen?
16.20 – 17.00 uur: Conclusies (voorzet: Roefie Hueting).
17.00: Sluiting en borrel