Fair & Green Deal

Een Fair & Green Deal

 

VOOR EEN DUURZAME EN SOLIDAIRE WEG UIT DE CRISES

De verschillende wereldwijde crises die we momenteel beleven, hangen nauw samen met de manier waarop onze economie is ingericht. De economische crisis biedt ons de kans om de broodnodige koerswijziging richting een andere economie in gang te zetten. Er zijn vele aantrekkelijke ideeën om die koerswijziging vorm te geven. Het komt er nu op aan die ideeën uit te voeren. 
De Alliantie Fair & Green Deal, waarin vele maatschappelijke organisaties samenwerken, doet een weloverwogen voorzet.

Download hier het Manifest en de Voorstellen en lever uw bijdrage/commentaar op de website www.alliantiefairgreendeal.org

 

Een Fair & Green Deal Meer lezen »

Expertmeeting Juridische stappen naar duurzaamheid

Juridische stappen naar een duurzame en solidaire samenleving

Expert-meeting van het Platform voor een Duurzame en Solidaire Economie (zie bijlage)

(verslag)

Welke juridische mogelijkheden zijn er al voor het afdwingen van belangrijke stappen in de richting van duurzame ontwikkeling? Wat kunnen juristen (meer) doen en hoe kunnen bijvoorbeeld NGO’s hier steun aan geven en er ook meer en effectiever gebruik van maken? Dat zijn de vragen die centraal staan op de expert-meeting. …

Expertmeeting Juridische stappen naar duurzaamheid Meer lezen »

Slotwoord Lou

Lou Keune heeft het allerlaatste plenaire woord en trekt wat conclusies. Allereerst staat hij stil bij het overlijden van onze trouwe medewerker Martijn Pruijser, die onder andere veel aan de internetafdeling van het project gewerkt heeft . Vervolgens wijst hij op wat er in Egypte en omstreken gebeurt, dat alles te maken heeft met voedselschaarste en ons beslag op de aarde. Het is daarom belangrijk om goed te volgen en solidariteit te betuigen.

Hij vat de ontwikkeling van het project samen, van conferentie en petitie rond ‘eerlijk rekenen’ tot de verklaring van Tilburg en meer. Toen zijn ze zich meer gaan toeleggen op concrete operationalisering.

We hebben geprobeerd te schetsen welke stappen er gezet moeten worden. De Fair & Green Deal is niet volmaakt maar een goeie tussenstap. Nu is de fase aangebroken van implementatie: het moet nu uitgevoerd worden. Vandaar de term ‘routeplan’. We moeten proberen tot iets te komen dat leidt tot een echte omvorming van de economie. Daarbij moeten we beseffen dat als we daar echt toe komen dat ‘geen kattepis’ is. Het zijn vraagstukken van overleving en van oorlog en vrede, dat vergt ingewikkelde samenwerkingsverbanden maar is ook een politiek en financieel probleem. We moeten oppassen voor de valkuil van de depolitisering. Alles dat met macht te maken heeft gaat over politiek. En we moeten realiseren dat we flinke tegenkrachten op ons af zullen krijgen. Dat is geen reden om het niet te doen, maar is belangrijk om te beseffen.

Belangrijk punt is dat we ook een zeker elan presenteren. Flink, gezellig, en optimistisch, uitstralen dat het kan. Zonder Obama te willen herhalen. Op dat gebied hebben we een probleem. Vergelijk onderzoek van van Zutem over de vakbeweging in de jaren ’70: ‘Vakbeweging, geen beweging’. We zijn teveel goed geworden in het stilstaan en dagelijkse beslommeringen. We moeten ons daaruit losweken en naar buiten treden. Denk aan het Plan van de Arbeid van de jaren ’30, dat werd gestart door allerlei sociale bewegingen als zoektocht naar een antwoord op de crisis van de jaren ’30, oa. Tinbergen zat daar achter. Maar het was geen kwestie van alleen intellectuelen, je ziet aan de affiches uit die tijd dat het ook om gewone mensen ging. Het was overal middelpunt van discussie en dat moeten we weer zien los te krijgen. Het was tegelijkertijd een groot plan en erkenning van de concrete leefsituaties van hele gewone mensen. Dank aan Nivon dat ze besloten hebben om een eenvoudige versie van de FGD te maken en in lokale afdelingen tot onderwerp te maken, dat zouden ook andere instellingen moeten doen.

Deze dag heeft niet echt een routeplan opgeleverd, maar wel veel zaken opgeleverd: duidelijke ondersteuning, in verschillende workshops veel concrete suggesties en bijdragen. Als platform moeten we al die zaken bij elkaar vegen, verder handen en voeten geven. Over vier jaar moet er immers een plan van transitie ontwikkeld en gestart zijn.

verder zijn er verschillende expertmeetings in voorbereiding, er wordt een tweede cursus gehouden over de achtergronden van de FGD in Amersfoort. Er wordt gedacht aan cursussen over vervolgthemas zoals de strategie. En we moeten hard werken aan de financiële basis, die is zeer wankel, we zouden het liever niet over hebben maar stellen alle ideeën op dat gebied op prijs.

Ten slotte wordt iedereen bedankt, van de dames van de catering, techniek, subsidiegevers, sprekers, etc.

Slotwoord Lou Meer lezen »

verslag slotdebat

Het Slotdebat: Op weg!

met :

  • John Huige (Platform DSE)
  • Leida Rijnhout (directeur ANPED)
  • Hans Berkhuizen (directeur Milieudefensie)
  • Giuseppe van der Helm (Directeur VBDO, Voorzitter Eurosif)

John Huige vervangt peter Tom Jones die met griep in bed ligt.

De eerste vraag is of ze de inschatting van Platform DSE delen dat gebrek aan samenwerking het voornaamste struikelblok is om transitie te bereiken.

John Huige (JH): Gelijkwaardige maatschappelijke dialoog is belangrijk uitgangspunt om toe te werken naar een gedeeld toekomstbeeld. Maar dat laatste moet er dan ook zijn. Tegelijkertijd niet conflicten toedekken zoals vaak in het poldermodel gebeurt. Convergentie in visievorming. Maar veel organisaties durven daarbij te weinig, ontberen maatschappelijke moed om stapje verder te doen, omdat ze bang zijn om subsidie of leden te verliezen, of door belangen van bestuurders. Op dat gebied is leiderschap belangrijk. In Nederland is nauwelijks dialoog tussen ngo’s en overheden

Henk Berkhuizen (HB): De leden van milieudefensie vragen zelf om een ‘groter verhaal’, daarom ook aangesloten bij de alliantie Fair & Green Deal. Hij heeft eerst geprobeerd om de natuur-en-milieu-organisaties erachter te krijgen en heeft de Fair & Green Deal tekst naar een aantal van hen gestuurd. Daarop kreeg hij van een van hen een sms terug met het standpunt (van een van de directeuren) dat het om een “antikapitalistische verhaal voor het radicale deel van de milieubeweging” zou gaan waar ze “niets mee kunnen”. De directeur zou alleen wat hebben aan een “reëel enthousiasmerend verhaal gericht op overheden en bedrijfsleven”. Het leidt tot hilariteit in de zaal en forumleden die naar hun hoofd grijpen. Die samenwerking gaat dus nog niet zo soepel. Het eindplaatje schetsen lukt nog wel, maar de weg daar naartoe?

Giuseppe van der Helm (GvdH): Komt uit het bedrijfsleven, verbaasde zich aanvankelijk over gebrek aan samenwerking en de concurrentie in ngo-land. VBDO is multi-stakeholder, met leden uit allerlei sectoren, dus juist met als doel samenwerken, op deelterreinen gaat dat heel goed. De rol is vaak ook om in besloten kringen de vragen mee te nemen van groepen die niet uitgenodigd worden en waar VBDO wel binnenkomt. Ze volgen ook actief grote bedrijven.

HB: Milieuorganisaties zijn misschien wat afgedwaald van wat oorspronkelijk het doel was, en moeten dat nu weer terugvinden, eigenlijk is er hernieuwd contact met de achterban. Maatschappelijke organisaties hebben elkaar nu steeds harder nodig. Zorgvuldiger afstemmen en afspraken maken, ook als er media in beeld komen en men elkaar liever zou verdringen.

Leida Rijnhout (LR): Wordt gevraagd of het verdwijnen subsidies nieuwe kansen biedt. Leida vindt van niet, het is de plicht van regeringen om dergelijke organisaties te ondersteunen, daar betalen mensen belastingen voor. Je kunt elke crisis wel gebruiken om er wat uit te slepen. Betere taakverdeling is wel nodig. Maar samenwerking is niet altijd hetzelfde: krachten bundelen voor een gezamenlijk doel is een, dialoog is veel vrijblijvender, ieder houdt dan zijn eigen belangetje. Bij tegenmacht vormen heb je meer aan kwaliteit dan kwantiteit, want dat laatste voert tot verwateren en compromissen.

GvdH: Doen onderzoek en lobby maar ook wel degelijk tegenmacht, door duidelijke benchmarks te hebben. Je kunt activiteiten spreiden, zodat je en kunt samenwerken en waar nodig is ook kritiek kunt leveren. Eigen identiteit moet ook plek kunnen behouden; waar ga je voor en wat zijn je waarden. Dat moet je niet inleveren, dat vindt niemand leuk, ook de ’tegenstander’ heeft er namelijk niets aan, met als voorbeeld sterk verwaterde ‘eerlijke bankwijzer’.

JH: Twee wegen naar Rome zijn beide nodig: De stappen van de concrete praktijk, en het grotere verhaal. In workshop 9 (over groei/krimp) zaten 40 mensen die grotendeels aan de slag wilden, maar ook het grote verhaal deelden.

-Korte discussie over inactieve rol vakbeweging –

GvdH: Vakbonden zitten in een spagaat. Ze vertegenwoordigen ook de belangen van hun achterban, bijvoorbeeld de pensioenen van hun leden in pensioenfondsen, die twee petten kunnen verlammend werken.

JH: Misschien meer op lager lokaal niveau en met gewone leden gaan werken, niet meteen zo hoog mogelijk waar het moeilijk gaat. Ook dat is horizontaler insteken.

Vraag Evelijne: Er is een ‘aanzet tot een routeplan’ geschreven voor deze conferentie, met toekomstbeelden op verschillende niveaus en een algemene visie, een positief perspectief. de vraag is of dit werkt, samen met de Fair & Green deal.

LR: Zeker wel, maar dat toekomstbeeld moet nog verder vormgegeven worden. Wat nu is gebeurd is alvast een aantal belangrijke kaders beschrijven. Het moet ook niet dogmatisch worden. Iedereen moet er zijn ding mee doen. vervolgens moet je een stappenplan maken, backcasting. Zie het als een puzzel waar iedereen een deel in heeft, dat is essentieel anders dan hokjes. Nu is het verdeel-en-heers.

GvdH: Dit hier is een dappere poging om de gedetailleerde ideeën samen te brengen. Maar wat opvalt is: weinig aandacht voor de financiële kant van de zaak en de rol van het bedrijfsleven is drastisch ingeperkt. Maar zonder het bedrijfsleven zal het niet lukken, die hebben ook de middelen en er gebeurt veel. Ze moeten wel transparanter worden, de regels van het spel moeten misschien veranderen maar je moet ze wel laten blijven doen wat ze het best kunnen: innovatief zijn en ondernemen.

Vragen/opmerkingen in de zaal: Vakbeweging heeft problemen met krimp omdat dat banen kan kosten. Maar andere initiatieven doen ze wel actief mee: bankwijzer, tax justice, financial transaction tax.

Subsidies zijn niet duurzaam, je moet winst maken, zo werkt de wereld nu eenmaal. Fair niet vergeten: ondernemers willen wel groen maar meestal niet eerlijker verdelen. Aandacht voor opstand Egypte, Nederlandse zakelijke belangen gaan alweer voor. Praten alleen is niet genoeg, ook wat doen.

GvdH: Of bedrijven wel willen delen: Ze werken natuurlijk in een structuur en er is natuurlijk greenwashing, maar je ziet veel verschuiving en daadwerkelijke bezorgdheid, bijvoorbeeld over mensenrechten (DSM). Kijk naar de voorlopers. Ook binnen bedrijven wordt druk uitgeoefend. Duurzaam gaat over meer dan groen, ook over diversiteit, gender enzo.

JH: Bedrijven doen goede dingen maar blijven financiële organisaties die hun aandeelhouders moeten tevreden stellen dus op lange termijn niet duurzaam. Inkaderen in streng beleid, quotering enzo.

GvdH: Via aandeelhouders kun je ook duurzaamheid eisen.

LR: Heeft er moeite mee om bedrijven te zien als onderdeel van het maatschappelijk middenveld. Ze zijn er niet voor het algemeen belang maar voor hun eigen belang. Het zou niet meer dan hun plicht moeten zijn om fair en green te doen. Veel multinationals hebben eeuwen slechte rol gespeeld en zijn nu ineens ‘om’ omdat er geld te verdienen is. Het zijn maar instrumenten, geen doel op zich.

Interventie Christiaan van Platform DSE: Iets scherper inzetten: Duurzame producten op zich zegt niets, gaat ook om omvang productie. En er moet ook nagedacht worden over krimp, maar daar zullen bedrijven niets aan kunnen verdienen.

HB: Milieudefensie maakt onderscheid tussen korte en lange termijn. Op korte termijn is een aantal bedrijven soms medestander. Wat hun rol uiteindelijk kan zijn, is een ander verhaal. Bovendien bij politiek en consumenten is weinig te bereiken momenteel.

Vragen/opmerkingen publiek: Solidair moet men ook zijn met toekomstige generaties. Nu wordt niet gepraat over het ‘hoe’ alleen over het ‘wat’. Zonder pressie gebeurt er niets, al is je idee nog zo goed. Vraag: afromen aandeelhouders voor duurzaamheidsfonds. (voorstel moderator voor alle overgebleven ideeën om na afloop een uitruil bij het podium te organiseren). Maatschappelijke organisaties hebben ook vermogen (reserves) en beleggen dat ook slecht.

HB: Krimp is de lastige boodschap, moeten we ook durven te brengen, maar niet te kort door de bocht. Ook daar hoort een groter verhaal bij en zorgvuldig/slim communiceren. De reserves van Milieudefensie worden niet belegd, maar op een spaarrekening bij Triodos gezet

LR: Is actief in de degrowth beweging (‘krimp’). Die is nodig in het Noorden zodat het Zuiden kan groeien. krimp is geen doel op zich, het gaat om herverdeling. In Oost Europa kiezen ze voor andere omschrijving zoals Resource Kept economy, elders is de term Steady State Economy opgekomen. Je moet met je economie binnen onze ecologische en sociaal kapitaal houden.

GvdH: Dat klinkt al beter, krimp valt niet goed. ontkoppeling tussen krimp in fysieke en financiële zin is ook goed. Hier ook rol van overheid want bedrijfsleven moet naar rendement streven dus die zal daarin niet het voortouw nemen. De overheid moet dat doen. Maar die volgt de realiteit van de markt en de kiezer, en doet het dus ook niet. Bedrijven hebben veel nadelen maar ook een voordeel: ze kunnen als ze willen heel snel iets veranderen. Voorbeeld Philips en arbeidstijden in China. Maar alleen als burgers gemobiliseerd worden.

JH: De neoliberale hausse van de jaren ’80 is er niet door burgers gekomen, maar door politici en bedrijfsleven en we zijn nog steeds bezig dat weer terug te draaien. De rancune zegt dat links aan de macht was, maar dat is niet zo, dat zijn sprookjes.

Groei heeft een heel positief imago, en krimp niet. We moeten zoeken naar de positieve verhalen over krimp, die aangeven dat krimp ook een kans is. Als we dat serieus willen nemen moeten we wat doen aan inkomensgelijkheid, arbeidszekerheid , loonzekerheid, alleen dan kun je vakbeweging en mensen uit de sociale sector meekrijgen.

Laatste woord voor Christiaan over het routeplan. Pas afgelopen jaar zijn allerlei details als anders meten, FTT enzo omschreven en nu wordt geprobeerd stappen te definiëren en commitment van organisaties daarbij te krijgen. Maar nu is het toch weer teveel een inventarisatie van meningen geoworden. Zou goed zijn om terug te pakken het aanzet tot routeplan, nu te weinig in discussie gebracht. Wat kun jij in jouw positie bijdragen? Of aanvullen/aanscherpen? (Evelijne peilt zaal: niemand tegen, een paar ‘onthoudingen’). Struikelblok is dat de beschikbare middelen zeer beperkt zijn. Maar het routeplan is niet een ouderwets verticaal, het is niet één plaatje maar een discussie over toekomstmodellen. Dat proces moet ook lokaal van de grond komen.

verslag slotdebat Meer lezen »

Verslag ochtenpanel

Evelijne Bruning, die eerst al een verhelderende peiling had gehouden van de herkomst van de aanwezigen, vraagt nu om een rondje eerste reacties en opmerkingen uit de zaal:

(In telegramstijl:) Duitsland als lichtend voorbeeld wat betreft duurzame energie. De vraag of het kapitalisme ook als systeem gebruikt zou kunnen worden voor oplossingen. En de vraag wie er ‘daarbuiten’ als bondgenoten gevonden kunnen worden (groene partijen bijvoorbeeld?). En het wijzen op de psychologische dimensie, die beïnvloedt hoe mensen handelen, dus de noodzaak van paradigma shifts. Plus de vraag hoe te voorkomen dat minder economische groei geen sterkere sociale spanningen zal betekenen.

Dan gaat het programma over naar het ochtendpanel: Debat over perspectief en strategie

In het panel

  • Esther-Mirjam Sent (EMS) (hoogleraar economie Radboud Universiteit)
  • René Grotenhuis (RG) (algemeen directeur Cordaid)
  • Jan Rotmans (JR) (directeur DRIFT en initiatiefnemer Urgenda)

en de inleiders Leida Rijnhout (LR) en Klaas van Egmond (KvE), de laatste in de rol van toehoorder.

de vraag aan René of we de politiek moeten opgeven: RG: Het blijft een belangrijke factor. maatschappelijk middenveld is tegelijk redder en faalt, net als de politiek. Maatschappelijke organisaties zijn bijvoorbeeld geen denktanks, maar worden geacht achterbannen te hebben. dilemma is dat mensen geen grote veranderingen willen. Je kunt wel proberen op te leggen maar dat werkt niet. Nu veel weerbarstiger, ‘schrille kleuren hebben we niets aan’.

Leida: je hebt toch de plicht om over een aantal zaken na te denken en vooruit te lopen, dat is je plicht en daarvoor word je betaald. We worden steeds meer verleid tot een soort verzoekplatendemocratie: draaien wat populair is.

Jan Rotmans: Tja, het woord middenveld valt vaak. Bij transities moet je bedenken dat er enorme veranderingen zijn. Het is nu veel horizontaler dan het verticale verzuilde regime van ’toen’. Religie en ideologie zijn verdwenen, er zijn nu nieuwe netwerken, of we zitten in een overgangsperiode daar naar toe,dat kan nog wel 10 of 15 jaar duren. Pas als het middenveld is verdwenen zal er een oplossing zijn. Over 20 jaar zal er geen milieubeweging of vakbeweging meer bestaan. Daarom zijn we Urgenda begonnen, die daar heel slim op inspeelt. er zijn drie gremia te onderscheiden: middenveld, politiek, en economie. Niet proberen de wereld te overtuigen met een rationaliteit die niet overgenomen wordt.

René: (vraag: je bent dus het probleem, niet de oplossing): Eens met constatering dat verticaal zeggen hoe het moet niet meer werkt. Dat gaat dus ook lang duren, en gaat ook niet soepel, er zullen meer crisissen zijn, daar moeten we goed gebruik van maken.

Esther: (Vraag Jullie zijn met uitsterven bedreigd?) Ik roep al jaren dat alles economie is, er gebeuren ook hele goede dingen. Gedragseconomie, evolutionaire economie. Ook eens met verticaal/horizontaal verhaal. de wereld is steeds complexer geworden, er wordt geprobeerd die te beheersen. De complexiteit ontsnapt aan die beheersing. Mensen raken ook vervreemd van het systeem en de invloed die we erop hebben, we voelen ons niet meer betrokken bij de samenleving. Maar de wal is het schip langzaam aan het keren: platte organisaties, vakmanschap, et cetera. dat biedt hoop voor de transitie naar een duurzame wereld. Gelooft in de goedheid van iedereen, die moet worden aangesproken..

(vraag) maar factor onzekerheid: EMS: Vasthouden aan oude patronen is voornaamste struikelblok. Keuzevrijheid is belangrijk, maar wel sturen: duurzame producten voorop. overheid heeft daarin een belangrijke rol.

Rotmans: Het gebeurt al om ons heen het vergroenen, Je ziet het er in kruipen, alle supermarkten en autofabrikanten zijn er mee bezig. Omdat ze er geld mee kunnen verdienen. Overheid hobbelt er achteraan, die moet ruimte bieden, belemmeringen opheffen. En innovatieruimte creëren. Al die wet- en regelgeving is onzin

Grotenhuis: Angst is Westers probleem omdat we denken wat te verliezen te hebben. Op overige plekken wordt energiek gedacht over andere oplossingen en andere manier van organiseren. Heeft ook te maken met afnemen van de dominantie van het westen, daar liggen ook kansen, we moeten de comfortzone loslaten, er zijn veel positieve voorbeelden.

Interventie uit de zaal: Er wordt een karikatuur geschetst van rol van maatschappelijk e organisaties en de Fair & Green Deal, het gaat om de vraag wie de transitie vaart zal geven. Die zit op dit moment niet bij de politiek.

Rotmans: Het maatschappelijk veld vertraagt omdat ze belangen willen verdedigen. Voorbeeld ANWB houdt alle plannen tegen op het gebied van mobiliteit. Effectieve slimme acties kunnen wel wat openbreken, voorbeeld zonnepanelen. Kolencentrales tegenhouden kan ook als consumenten de energiebedrijven onder druk zetten. Daar gaan ze bij Urgenda voor zorgen. Met internet.

Vragen/opmerkingen zaal: Waar blijft de moraal als het maatschappelijk middenveld is uitgespeeld? Wat is de rol van ontwikkelingsorganisaties nog? En waar blijft het ‘fair’ in de new deal, wat gaan we doen aan de enorme armoede? We zijn niet in de eerste plaats consumenten maar burgers met politieke rechten, het moet meer gepolitiseerd worden. Aandacht voor jongeren. Over belang van lobby-organisaties. gedrag mensen dat instinctmatig is maar rationeel geacht wordt, daarom planeconomie. Landbouwbeleid is nog steeds allerminst duurzaam en eerlijk. Erosie van label duurzaamheid, dat geplakt wordt op producten die allerminst duurzaam zijn, greenwash. Voorbeeld wegbezuinigen openbaar vervoer: noodzaak om ‘de commons’ samen te verdedigen.

Dus vervolgt Evelijne met de vraag: waar blijft moraal, fairheid, jongeren, echte labels, rol maatschappelijk middenveld?

Leida: De structuren van middenveldorganisaties zijn misschien niet goed maar ze houden hun belangrijke rol. Juist zij zullen de moraal en ethische normen hooghouden. de new deal van Roosevelt is een voorbeeld bij uitstek van met het vingertje zwaaien. Een van de centrale problemen is teveel economische groei. Degrowth is ook een zaak van mondiale fairheid. Wij moeten inleveren om de rest de kans te geven.

Esther: Steunt de oproep om meer aandacht voor ‘fair’. Ze zit in de raad van toezicht van Plan Nederland, voorbeeld kansen voor meisjes in ontwikkelingslanden.

Rotmans (moet bijna weg). Zou iedereen depressief kunnen maken, maar angst en wanhoop leidt alleen tot verlamming. Transitie ontstaat niet vanuit wanhoop. Urgentie is wel belangrijk, als ijkpunt. We zijn op weg naar een nieuwe moraal, dat ontstaat altijd vanuit koplopers. Daarna pas neemt het middenveld het over. We moeten terug naar de kern en naar ander waarden zoals geluk. Er ontstaat op dat gebied een nieuw vakgebied. Zelfs het Centraal Planbureau begint dat in te zien. Jongeren willen van alles maar willen niet gedwongen worden, zijn ook veel slimmer in organiseren.

Rene: Moet het minder? Ja! Degrowth is van belang, maar welk perspectief biedt je? Laat zien wat het oplevert. Voorbeeld Sarkozy die vraagt om andere indicatoren. Daar zit ook een moraal achter. Ik zoek naar dynamiek, leg de lat niet te hoog. Investeren in het proces.

Jan Rotmans: Verbinden, elkaar helpen, geen tegenstellingen, positieve energie. ‘Dat is het enige dat we proberen te doen’. “Er zit veel meer veranderkracht in de samenleving dan in de politiek, ik zou willen dat het anders was.”

Reacties en vragen uit de zaal: Een mythe vergeten: vrije concurrentie op de wereldmarkt (soja, hout) kan niet ‘fair zijn’. Tegen nieuw WTO-akkoord.. Is er een rol voor nieuwe geldsystemen (zoals in Transition Town Nijmegen ontwikkeld wordt)? Hoe kunnen we lobbyen, hoe werkt lobby in de praktijk. Waar blijft het moreel gezag van maatschappelijke organisaties? Samenwerken politiek en maatschappij belangrijk, niet met het vingertje wijzen, voorbeeld actie faire supermarkt van CU samen met Fair Food en Cordaid.

Klaas van Egmond: Over de ‘politieke kant’ en het middenveld: wel veel gedaan maar weinig bereikt, omdat het bovenveld niet meewerkt, dan moet dus de strategie veranderen. Veel greenwashing en de wezenlijke dingen gebeuren niet, we raken eerder verder van huis dan dichterbij. We vervallen iedere keer in eenzijdigheden; de kerk is de baas, of de wetenschap, of de politiek, en nu weer het bedrijfsleven. Je kunt dat overkomen door oa. politieke partijen-model te vervangen door Zwitserse evenredigheidsmodel, daardoor veel minder concurrentie en meer samenwerking. Over moreel gezag: deze cultuur heeft geen moreel idee meer, alleen nog eigen persoonlijke gemak telt. Dat is geen kwesties van ‘je hersenen begrijpen ofzo’ maar van herpolitisering ook van Den Haag, we moeten weer ontdekken wat de bedoeling is van ons bestaan hier.

Slotwoorden panelleden

LR: Grenzen stellen is belangrijk inderdaad. Greenwashing is groeiend probleem vgl. Round Tabel Soja, dus er moeten ook grenzen gesteld worden aan wat duurzaam geacht wordt. FSC-label verwatert nu ook drastisch (eucalyptus in Amazone)

RG: Verbinden, niet toeteren naar elkaar wie het wel en niet goed doet. Mensen bij elkaar halen ook die buiten de usual suspects. Alle vernieuwing gebeurt buiten de comfort zone.

EMS: Drie dingen: teken van hoop is De groene Zaak vanuit bedrijfsleven. PvdA wil terug naar de basis, die vroeger alleen van bovenaf wilde denken. Opvoeding (bij kinderen) is straffen en stimuleren, dat laatste werkt veel beter. Alternatief geld is leuk, maar helpt niet echt.

Verslag ochtenpanel Meer lezen »

Inleiding Christiaan

Tilburg, 3 februari 2011

Welkom namens Platform DSE en Alliantie Fair & Green Deal

Wel een hele mooie opkomst, zoals we die dit jaar ook ongeveer hadden verwacht en gehoopt. Een aantal waarmee heel goed gewerkt kan worden, zeker ook in de workshops. En dat is wat we vandaag willen. Een werkconferentie. Aan het werk dus. Geen tijd om afwachtend achterover te leunen en al of niet welwillend te luisteren.

Allereerst dank aan de UvT voor haar gastvrijheid. En aan OxfamNovib, Kerk & Wereld en Pequeno voor financiële bijdragen.

We waren al begonnen:

  • met een film over hoe burgers in actie komen als overheden het publieke belang niet goed genoeg behartigen
  • in zo’n situatie zitten we nu ook: het kabinet spreekt van een Green Deal en innovatie, maar kiest feitelijk vooral voor restauratie naar BaU, of zelfs een verscherping van een neoliberaal beleid dat de problemen juist veroorzaakte
  • hoog tijd dat we een andere koers uitzetten, daadwerkelijk inslaan en afdwingen
  • maatschappelijke organisaties zullen daarin – is onze inschatting; zie Aanzet tot een routeplan – het voortouw moeten nemen: natuur- en milieu-, ontwikkelings-, vredesorganisaties; ook vakbonden. Zoals vorige maand de cultuursector van zich deed spreken en deze maand de onderwijssector, zo zal ook de beweging voor een duurzame en rechtvaardige economie zich moeten manifesteren

We waren al begonnen inderdaad:

  • 2006: conferentie over eerlijk meten van de toenmalige Derde Kamer.
  • 2007: Platform DSE: eerste verkenning onder leiding van Bob Goudzwaard en Lou Keune
  • 2008: 1ste conferentie van Tilburg: Verklaring van Tilburg: daarin obsessie met economische groei onder kritiek gesteld; een probleemstellende fase
  • 2009: 2e conferentie, in Antwerpen, met VODO: Appèl van Antwerpen met een oproep aan de politiek het moment van de crisis goed te benutten en het antwoord te zoeken in een radicale verandering van de economie; positieve respons, maar helaas weinig zichtbare actie
  • 2010: 3e conferentie, weer in Tilburg: een operationaliseringsfase: uitwerking van de Verklaring van Tilburg in een groot aantal meer en minder concrete maatregelen die genomen zouden moeten worden; in de loop van 2009 door een brede groep betrokkenen en op basis van voorbereidende expert meetings neergelegd in de Fair & Green Deal
  • op basis daarvan begin met opbouw van de Alliantie Fair & Green Deal; een nog los verband van maatschappelijke organisaties en enkele bedrijven met een overlappende consensus over de transitie die nodig is en een tiental werkgroepen die zich op deelterreinen hebben georganiseerd: duurzame investering, FTT, voetafdruk en bevolkingsbeleid, regionale economie, het betrekken van burgers e.d.

Daarnaast:

  • Urgenda: werken aan vooral technische transitiepaden (Rotmans)
  • de Groene Zaak: een verband van op duurzame economie gerichte bedrijven
  • Economy Transformers: vergelijkbaar met ons, maar misschien meer een bezinningsprogramma gericht op de filosofisch-psychologische wortels van ons economisch systeem (Wijfels)
  • burgerinitiatief ‘Nederland krijgt nieuwe energie (Klaas van Egmond)
  • nieuw denken over OS waarin meer aandacht komt voor de fundamentele veranderingen die in onze eigen economie moet plaatsvinden om ruimte voor ontwikkeling in het Zuiden te maken (WRR, Grotenhuis) en waar het kabinet wat selectief mee omgaat
  • en natuurlijk het werk van mensen als Roefie Hueting, Bob Goudzwaard en Arnold Heertje
  • niet toevallig allemaal namen van mensen die vandaag aan het woord komen (al was Wijffels helaas verhinderd)

Hoog tijd nu om dat losse verband aaneen te smeden tot een stevige samenwerking

  • met een duidelijk, actief commitment van een groot aantal organisaties die ertoe doen
  • waarin iedereen zijn rol speelt op eigen terrein en deskundigheid
  • maar met een gedeelde ambitie waarop men zich naar buiten toe én naar de eigen achterban ook profileert
  • en op basis van een duidelijke, gedeelde strategie

Dat is het doel voor vandaag

  • de globale ambitie was er al met de Verklaring van Tilburg en de Fair & Green Deal; nu opnieuw geformuleerd in een visiedocument voor deze conferentie dat na de conferentie aangescherpt kan worden
  • voor de strategie hebben we een handvat voor discussie gegeven met het discussiedocument ‘Aanzet tot een routeplan’ waar het gaat om de overkoepelende strategie; in de workshops komt dat op deelterreinen aan de orde
  • taakverdeling en afspraken kunnen in de workshops en in de loop van de dag gemaakt worden
  • en hopelijk kunnen we aan het eind een duidelijk gevoel van commitment vaststellen en na de conferentie concretiseren

Die aanzet tot een strategie staat in het teken van twee motto’s

  • De tijd dringt, zei Carl Friedrich von Weizsäcker al in 1986. Daarom hebben we als einddoel een radicale transitie, die in 10 jaar tot een substantiële verkleining van de voetafdruk en de ongelijkheid moet leiden
  • Haast u langzaam, zei Erasmus in de 16eeeuw:
    • deel de transitie op in overzichtelijke stappen
    • plaats die in een slimme volgorde
    • doe niet alles tegelijk: kies je doelgroep, actoren en boodschappers bewust
    • houdt rekening met hun begrijpelijke aarzelingen en onzekerheden
    • maar zet ook waar nodig druk op de ketel met gericht activisme (waarvan bijv. Shelle de effectiviteit maar al te goed kent)

Hoog tijd, zoals gezegd: niet alleen vanwege de economische crisis, maar vooral vanwege de klimaatcrisis, peak oil, stijgende voedselprijzen, blijvende armoede, dalende biodiversiteit en alle conflicten en migratie die daarmee samenhangen

Van overheid en politiek moeten we het op dit moment even niet verwachten (in Nederland in ieder geval)

Het is aan ons, maatschappelijke organisaties en een voorhoede van bedrijven, om de transitie in gang te zetten. Aan het werk dus.

Dat doen we onder de dynamische leiding van Evelijne Bruning: voorheen hoofdredacteur van Vice Versa, nu directeur van The Hunger Project Nederland.

 

Inleiding Christiaan Meer lezen »

Verslag workshop 7

Powerpoint Guus Geurts

Powerpoint Keimpe van der Heide

Verslag werkgroep Internationale Voedselzekerheid en Landbouw
(Rob Bleijerveld)

Voorzitter Klaas Breunissen (Milieudefensie) opent de workshop: ” Het gaat hier over de vraag hoe we tot een ‘Fair en Green Deal’ komen met betrekking tot de internationale voedselvoorziening en landbouw. Voedselzekerheid – kortweg “Iedereen moet toegang hebben tot gezond eten” – staat centraal.”

Deel 1

Na een kennismakingsrondje van de deelnemers, is er een korte film over boerenstrijd in Guatemala, waarna hij het woord geeft aan twee sprekers die een korte toelichting geven op de problematiek (zie audio- en presentatiebestanden). De derde spreker – Duncan Pruett (Oxfam Novib) – is ziek. Beide sprekers dragen oplossingen aan voor het veiligstellen van voedselzekerheid. Breunissen: “In het tweede deel van de workshop bespreken we hoe we die oplossingen tot stand kunnen brengen.”

Film:

De film is gemaakt door Guus Geurts ( de 2e spreker) en heet “Grito para madre Tierra” (“Schreeuw om moeder Aarde”). Het is een interview met een boerenleider van het CUC in Guatemala. Het CUC strijdt tegen het private grootgrondbezit en tegen het neoliberale exportmodel dat zorgt voor armoede, honger, werkeloosheid onder de indiaanse bevolking en de vernietiging van de leefomgeving. Het CUC ijvert voor landhervorming. (Zie: link).

Reacties op en toelichting bij de film:

* “Een extreem voorbeeld van roofbouw-economie die de voedselvoorziening en de ontwikkeling van die mensen in de weg staat.” Toelichting Guus: “De vruchtbare grond wordt voor productie van exportbananen gebruikt en ander voedsel moet worden ingevoerd. Het CAFTA-verdrag verbiedt bescherming van de maisproductie in Guatemala, terwijl goedkope, gesubsidieerde mais uit de VS hun markt overspoelt. Guatemala heeft lange tijd kolonialisme gekend en – na een korte democratische periode – 36 jaar dictatuur door de bananen-elites waarbij zeer veel mensenrechtenactivisten zijn vermoord.”

* “Als uitgeputte grond waar ook gif is gebruikt – zoals voormalige bananenplantages – een tijdje braak ligt, zou het weer bebouwd kunnen worden door de boeren.” Guus: “Maar de natuurvernietiging en het grootgrondbezit nemen nu zelfs weer toe: er worden veel palmolieplantages aangelegd voor agrobrandstoffen, en er wordt veel bos gekapt voor veehouderij; er is nog geen zicht op een andere landverdeling.”

* “Voorbeelden van land dat is teruggegeven aan boeren zijn er wel, maar dan kan gebrek aan bankleningen en voldoende landbouwkennis vervolgens een probleem zijn en leiden tot doorverkoop aan grootgrondbezitters.” “In Paraguay – waar ook een sterke beweging is om land terug te krijgen – is armoede een groot probleem. Het is dus van belang dat de vicieuze cirkel van de armoede wordt doorbroken.” “De vraag is ook: hoeveel voedsel levert de grond eigenlijk op? Is dat voldoende voor de bevolking? Een vraag die niet zozeer afhangt van wie het in eigendom heeft.” “De stelling dat voedsel regionaal verbouwd moet worden, is nuttig om hier te bespreken.”

* Er volgt een discussie: “Film laat juist zien dat eigendom wel bepaalt wat er geteeld wordt.” “Land is ook nodig om op te wonen, anders zijn de stedelijke slumps het enige alternatief. Daarbij kunnen wisselteelt, agrobiodiversiteit en coöperatieve landbewerking relatief meer productie en voedingswaarde opleveren dan grootschalige gangbare teelt.” “Sicco Mansholt bepleitte juist de groter bedrijfseenheden in plaats van de keuterboertjes.” “Kleinschaligheid, rotatie- en gemengd verbouwen werken productieverhogend per hectare, maar ook minder grond onbenut laten, meer zorg voor de grond, dichter bij het gewas staan spelen een positieve rol. Dit levert meer voedselzekerheid dan grootschalig extensieve teelt. Je hebt alleen te maken met machtsverhoudingen en met waar het geld naar toe gaat.” “In deze workshop moet het niet gaan om wat technisch het beste systeem is, maar de film laat ook zien dat het gaat om zeggenschap, en dat mensen wereldwijd toegang tot voldoende voedsel hebben. Wij in Nederland zijn (in overdrachtelijke zin) erg ver verwijderd van ons voedsel. We weten niet waar het vandaan komt en zien het niet meer als belangrijkste bron van (ons) leven. Dat iedereen op deze aarde op een duurzame manier aan eten kan komen, moet het uitgangspunt zijn. Wat kunnen wij daaraan doen?”

* De voorzitter vat afsluitend samen: “Teruggeven van grond aan boeren is belangrijk, maar ook dat boeren zeggenschap moeten hebben over een eigen stuk grond en hoe ze daarop voedsel produceren. En ‘die landen’ moeten zelf bepalen met welk systeem en op welke schaal de voedselproductie plaatsvindt.” Bezwaar van deelneemster: “Ik denk dat het juist veel kan uitmaken of in bepaald situaties de voedselproductie klein- of grootschalig is, maar zeker ook van belang is of je weet waar je voedsel vandaan komt.” Een ander: “Hoewel we hier wel voldoende voedsel hebben, hebben we in Nederland te maken met een soortgelijk systeem als in Guatemala, uitgaande van 30% van de varkensboeren die beneden het welvaartsniveau leven (grote bankschulden). Het gaat over monoculturen en eigendom.”

Spreker 1: Keimpe van der Heide (Nederlandse Akkerbouw Vakbond, Platform Aarde-Boer-Consument) over de noodzaak van eerlijke prijzen voor boeren en hier en elders in de wereld. Alleen voor een goede prijs kunnen boeren duurzame producten leveren. Voor zijn bijdrage en de reacties en vragen van de deelnemers, zie de audio- en PPT-bestanden.

Spreker 2: Guus Geurts (XminY en Platform ABC) over de gevolgen van het neo-liberale beleid voor de landbouw en over alternatieven. Hij geeft aan dat de ‘vrije markt niet werkt en dat de landbouw uit de WTO moet. Voor de reacties en vragen van de deelnemers, zie audio- en PPT-bestanden.

Deel 2

De voorzitter: “Er zijn in de workshop drie soorten oplossingen genoemd: faire prijzen voor boeren, voedselsouvereiniteit, en zeggenschap over land in het zuiden. De vraag is nu: hoe kunnen we vanuit Nederland en vanuit ons eigen werk of activiteit hieraan bijdragen, met in het achterhoofd de voorgestelde ‘roadmap’?

De eerste bijdrages:

– “Informatie verschaffen via artikelen en websites over hoe het Europese economische beleid (EU2020) en handelsbeleid dat volledig inzet op vergroting van de concurrentiekracht van grote Europese bedrijven en op het overdragen van de regie over de economie aan die bedrijven. Het is belangrijk na te gaan hoe dat beleid wordt gevormd (bijv. via bedrijfslobby; in vrijhandelsakkoorden) en hoe we dat vanuit Nederland kunnen veranderen.”

– “De natuur zou een waarde, prijs moeten krijgen en onderdeel moeten worden van het economische systeem, van het handelssysteem (terwijl je wel blijft zorgen voor een balans). Agrobiodiversiteit levert bijvoorbeeld productiestijging op, zowel in Europa/Nederland als in ontwikkelingslanden. En iedereen wil wel wonen temidden van de natuur, het groen, maar wil daarvoor niet betalen.”

– “Vanuit de IVN/NME’s (Centra voor Natuur- en MilieuEducatie) werken we met vele vrijwilligers aan milieu- en natuureducatie. We zijn bezig om samen met lokale boeren (georganiseerd via Biologica of de agrarische natuurvereniging) een project op te zetten om kinderen mee te nemen naar boerderijen om ze te laten zien waar het voedsel vandaan komt. Dilemma in ons werk: Hoe betrek je mensen die niet of nauwelijks geïnformeerd en geïnteresseerd zijn in discussies over bijvoorbeeld de problematiek van de boeren, het gewenste niveau van keurmerken, of de uitgangspunten van Via Campesina? Hoe krijgen leggen verbindingen tussen groepen en hoe krijgen we voor elkaar dat er werkelijk wat gaat veranderen?”

De voorzitter: “Maar ik wil toch een stap verder en weer terug naar de kernvraag: hoe komen we vanuit ons werk – in dit geval boerderij-educatie – tot de eerder genoemde cruciale oplossingen? En wat kan de rol van onze organisaties zijn – de IVN, of de NAV, de milieuhoek, et cetera – om samen te opereren in bijvoorbeeld een lobby rondom de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid?”

– “Ik stel voor dat NGO’s via kennisoverdracht de lokale boeren in het zuiden bewustmaken over de nadelen van het produceren van koffie in tegenstelling tot bijvoorbeeld bananen omdat je je met bananen kunt voeden als ze je ze niet kunt verkopen, maar koffiebonen niet. Het gaat in feite om voedselsoevereiniteit en de boeren hebben in feite een keuzemogelijkheid.

Voorzitter: “Maar toch weer: hoe ga je vanuit het belangrijke werk van educatie en bewustwording de macht veranderen, waar het bijvoorbeeld gaat om WTO of GLB?”

– De markt bepaalt, de bedrijven bepalen. Als soja zo goedkoop te importeren is, zullen wij nooit hier nooit bonen gaan verbouwen. En dat gaat over zo’n grote schaal dat de bijdrage van een NGO altijd klein zal zijn. Bedrijven hebben veel meer budget om veranderingen te realiseren en daar moet je je op richten.”

– Educatie is goed, maar je moet de politiek niet vergeten. Alle besluiten waar we het over hebben gehad, zijn op politiek niveau genomen, en die moet je dus beïnvloeden. Een voorbeeld: bij de presentatie afgelopen week van het Manifest van Roermond over de intensieve veehouderij, werd het woord duurzaamheid wel honderd keer genoemd. Maar de duurzaamheid van de ondernemers en de provinciale bestuurders is heel anders dan de onze. De politiek is erg belangrijk.”

Voorzitter: “Maar hoe verander je die politiek?”

– “Door je mening te geven als “Leef op Safe’, en het zoeken van medestanders en door uit te gaan van kleine stapjes.”

– “Door direkte aktie bijvoorbeeld!”

Voorzitter: “Waar moet de verandering vandaan komen? Van de (“vooruitlopende”) ondernemers, de (“hopeloze”) politiek, de (“ingekapselde”) NGO’s, of van kleine losse groepjes uit de bevolking?

– “Alle mensen, organisaties en bedrijven die met vernieuwing en omdenken naar een heel ander systeem bezig zijn, moeten samen met de politiek bezig gaan. (Een voorbeeld: “Nederland wil nieuwe energie.nl” van bijna alle politiek partijen samen).”

– Guus: “Wij moeten zelf criteria opstellen over duurzaamheid. Daar hoort bij: geen grotere economische voetafdruk, kringlopen sluiten en verminderen fossiele brandstofgebruik. Deze drie doen nergens mee in politieke onderhandelingen! Een potentiële bondgenoot om dat te bereiken is bijvoorbeeld de Z-LTO. Die is aan het draaien door de toenemende burgersteun tegen de varkens-megastallen. In feite moet de Z-LTO haar steun aan de agrobusiness die achter die megastallen zit, opgeven en kiezen voor haar boerenleden. Die boeren moeten de Z-LTO van binnenuit onder druk zetten, want elke megastal betekent het faillisement van 3 boeren en een akkoord dat binnenkort wordt afgesloten met Brazilië zal de hele varkenssector kapot maken. Ook de verwerkende industrie kan een bondgenoot zijn als je je op Europa richt, ook qua werkgelegenheid. De populisten bedrijven vreemdelingenhaat hier, terwijl wij de landbouw in Oost-Europa kapot maken met de strenge Europese hygiëne-regels die de bestaande lokalen voedselvoorziening kapot maakt. Onze retailindustrie neemt daar de markt over en zíj komen hier om te werken. Dat is vergelijkbaar wat er met Guatemala gebeurt. Ook een deel van het Midden- en Kleinbedrijf kan bondgenoot zijn zoals bedrijven die lokaal hennep en vlas produceren voor de textielmarkt.

Het gaat er om de oorzaken van milieuproblematiek, migratie en opraken van grondstoffen naar boven te brengen. De vakbonden moeten het thema van voedselzekerheid opnemen. Uit een onderzoek uit 2006 van het Natuur en Milieu Planburo bleek dat slechts 6% van de bevolking de concurrentie op wereldmarkt wil, en 45% wil een solidaire regio, en 22% wil een mondiale solidariteit (bijvoorbeeld via strengere milieuverdragen). Dus maak je boodschap politiek, stop met die flauwekul dat het allemaal positief moet zijn. Zeg waar het op staat, bijvoorbeeld dat Solidaridad het Wereldnatuurfonds fout bezig zijn met hun steun voor de zogenaamde ‘duurzame soja”

– “Ik twijfel eraan of het konfrontatief aanspreken van Solidaridad en WNF wel de juiste manier is om verandering tot stand te brengen. Het gaat teveel om interne discussie die slechts wordt begrepen door een kleine groep. Uiteindelijk moet je veel mensen en organisaties mee krijgen om de politiek te kunnen veranderen. Je moet ze dus meer als bondgenoot benaderen, de gemeenschappelijke grond zoeken en dan daarop de politiek gaan bespelen.”

– Guus: “Nee, het gaat bij de RTRS om essentiële dingen. Zij geloven erin dat de soja-productie duurzaam is te krijgen, maar als je de problemen van landverdrijving en fosfaatschaarste serieus neemt dan blijkt dat niet te kunnen. Ondertussen gebruikt de politiek de steun van enkele maatschappelijke organisaties om de RTRS te ondersteunen. En zo komt een fundamentele oplossing nooit dichterbij.”

– “Het gaat niet om het zoeken naar bondgenoten, maar om het aanpassen van de marktverhoudingen door hoge heffingen te leggen op bijvoorbeeld de import van goedkope gentech katoen uit India. Dat doe je door de Europese politiek te belobbyen. Er moet bijvoorbeeld een eco-tax op vliegen komen, maar dan wel Europees (tegen ‘free-riding’).”

– “Zie jij bondgenoten onder jongeren- of studentengroepen die mee willen met dit verhaal?” (“Ja, die zijn er”. “Dan moet je daar iets mee doen.”).

– “Volgens mij moeten we ook aansprekende personen, iconen mee zien te krijgen. Het gaat om bewustwording.” (“Ja, voorbeeld is Wijffels is ooit ook van mening veranderd. En ik gooi CDA-ers altijd voor de voeten: Waarom luisteren jullie niet méér naar hem?).

Voorzitter: “Ik ga afronden en samenvatten. Daarna is er nog een snel rondje mogelijk. Er kwamen een aantal punten naar voren. Zo is er veel gezegd over bewustmaking en bewustwording, hier en in het zuiden. De politiek wordt een belangrijke rol toebedeeld. Bondgenoten zitten in boerenorganisaties en het MKB. Bondgenoten zijn ook aansprekende personen. De meningen verschilden over de vraag of en hoe je stelling moet nemen tegen organisaties als het WNF en Solidaridad (foute soja). Nu de laatste ronde.”

– “Ik heb niets gehoord over directe actie en de invloed op de politiek door actiegroepen. Verder een aankondiging van een workshop-dag op 18 februari van het Platform Ander Landbouw. Dat gaat over de hervorming van het Europees Landbouwbeleid, over korte ketens tussen boeren en consumenten, en over duurzame ketens. Informatie via de site van Aarde-Boer-Consument. Allemaal welkom.”

– “Het is een moeilijk onderwerp. Kunnen we ons niet gewoon beperken tot de stelling dat Europese landbouw grondgebonden (dus regionaal) moet zijn? Dat betekent het drastisch indammen van handelsstromen over de wereld (zoals de soja-handel) en het past ook in het voetafdruk-qouteringsverhaal.”

– “Verandering moet toch komen van de markt. De markt doet wat winstgevend is. De markt reguleert zichzelf voor het grootste deel, en je kunt bijsturen met beleid, bijvoorbeeld via de WTO en niet via de VN.”

– “Wij (VersVOKO’s) richten ons op het koopgedrag van mensen. Daarmee kun je niet direct grote politiek veranderingen mee teweegbrengen in landbouwbeleid. Wij spreken de consument aan en lichten hen in over de grote macht die supermarkten hebben om de producentenprijs te bepalen. We verenigen consumenten in coöperatieven die lokaal inkopen bij boeren voor een eerlijke prijs. We moeten zeker ook het beleid aanpassen, maar we kunnen ondertussen ook concreet wat doen aan de inkomens van boeren. Op deze wijze stimuleer je op een directe manier duurzame landbouw, een betere lokale economie door kortere kringen (ketens). Uitbouw kan, maar zal langzaam gaan en hiermee kun je uiteindelijk ook grote veranderingen bereiken.”

– Keimpe: “Ja, dat is iets wat mensen zelf kunnen doen. Een goede manier om verandering in te zetten. De vraag naar duurzame, lokale producten voor een eerlijke prijs, geeft boeren een kans om passend aanbod te leveren. Veranderingen komen over het algemeen niet van de grote grijze meerderheid maar eerder van kleine fanatieke groepjes die heel goed weten waarmee ze bezig zijn. Als het gaat om het veranderen van het huidige politieke beleid: daar is niet veel tijd meer voor. Want over een paar maanden gaan de Europese ambtenaren met het schrijven van een nieuw Landbouwbeleid. En als niet duidelijk is dat de burgers in de EU het anders willen, dan blijft het uitgangspunt concurrentiekracht op de wereldmarkt. Behalve een aantal boerenorganisaties zullen ook maatschappelijke organisaties die iets willen met dat beleid, aan de bel moeten gaan trekken in Den Haag en in Brussel.

– Guus: “Laten we niet het belang van de milieu- en de ontwikkelingsorganisaties vergeten. Het is belangrijk hun steun te krijgen voor voedselsoevereiniteit (wat ze nu zien als een soort scheldwoord). Dan zou een samenwerking met boerenorganisaties echt krachtig zijn in Europa.

Verder is er van 11 maart tot en met 20 mei een lezingencyclus over dit soort onderwerpen. En op 19 maart komt er een boek van mij uit over voedsel en landbouw. O ja, en het XminY Solidariteitsfonds zoekt altijd donateurs. We zijn onafhankelijk en kunnen daarom onbelemmerd spreken.

De voorzitter bedankt en sluit af.

Verslag workshop 7 Meer lezen »

verslag werkgroep 1: Duurzaam investeren

Globale uitkomst sessie Duurzaam Investeren

Datum: donderdag 3 februari 2011

Locatie: Universiteit Tilburg

Conferentie: Routeplan voor eerlijke economie

Discussiestuk: een fair, green deal, voor een duurzame en solidaire weg uit de crises

Sessieleiding: VBDO,  Giuseppe van der Helm

Aanwezig: tien deelnemers: Stichting Cent, VBDO, SOMO, locale ngo uit Arnhem, Zelfstandige milieukundige, Ministerie I&M, een particuliere belegger.

Ingezet doel van Werkgroep Investeringen: Verhoog aandeel duurzame beleggingen bij particulieren van 3,9 in 2009 naar 10 procent in 2014.

Hoofdlijn van de vijf kwartier durende discussie

Hoewel particuliere beleggingen slechts een fractie van het belegde kapitaal vertegenwoordigen, is het toch de moeite waard dit soort doelen te stellen.

Aan de dynamiek en discussies in de groep mag je afleiden dat we pas aan het begin van de ontwikkeling van interventies voor vergroening van particuliere beleggingen verkeren. Om het marktaandele groene beleggingen te vergroten ziet de groep het meeste in een helder onderscheid tussen en informatie over beleggingsfondsen; aan beleggen buiten de banken om; aan het uitkeren van beleggingsrendement in inherent groene revenuen zoals kWh groene stroom die vervolgens weer verhandelbaar zijn; aan het inzetten van rolmodellen voor subgroepen van particulieren; mogelijk aan bijzondere aandacht voor ouderen die weinig per pc doen maar relatief wel veel vermogen vertegenwoordigen; aan direct marketing campagnes voor groene fondsen of tegen rode; en aan lokaal zichtbaar investeren door groene fondsen.

Bij het samenstellen van beleggingsportefeuilles zou het helpen als sites automatisch aangeven welke andere beleggingsfondsen overeenkomstige groene profielen hebben. Beleggers zouden voorts graag hun wensenprofiel kenbaar maken voorafgaand aan de fondskeuze. Beurtelings zou zo’n profiel de kapitaalverstrekker voor het eerst inzicht geven in de wensen van de klant. Het marktaandeel groene beleggingen dreigt trouwens af te nemen in plaats van te groeien door de wegvallende belastingvoordelen, een keuze van dit kabinet.

—————————-

Nieuwe datum en tijd voor de bijeenkomst ‘Duurzaam Investeren’ :

Locatie: De Tijd (Hoek stationshal Utrecht CS)

Tijd: 10:00 – 11:30, 6 april

Doel: routeplan meer in detail / ideeën vanuit werkgroep

Van tevoren stuur ik de notulen van de workshop, een voorzet routeplan met data en evt. aanvullende punten op.

Voor contact: drs. Sigi Simons

Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO)

sigi.simons@vbdo.nl


verslag werkgroep 1: Duurzaam investeren Meer lezen »