Verslag workshop 11, een politiek maatschappelijke strategie voor de fair & green deal

Verslag workshop 11, een politiek maatschappelijke strategie voor de fair & green deal

Workshopleider: Christiaan Hogenhuis, Oikos

Verslag opgesteld door: Derk Hueting, Dhuet.

Deelnemers: zie onderaan.

Deze workshop is een voortzetting van het ochtendgedeelte. Christiaan maakt een bruggetje met de ochtendsessie: de transitie naar een duurzame samenleving is op gang, er gebeurt van alles, het gaat er nu om de transitie te versnellen en in de juiste richting de krijgen/te houden. Een van de basisvoorwaarden is het beantwoorden van de vraag die Klaas van Egmond in de ochtendsessie heeft neergelegd: waar willen we heen? Wat is het doel van deze samenleving? Als we dat niet weten (en daar lijkt het op, in ieder geval in de westerse samenleving) kunnen we ook geen route bepalen. Kernvraag in deze workshop is hoe tot een politiek maatschappelijke strategie te komen voor een fair en green deal. Een centraal punt daarin is de rol van ‘het middelveld’, of beter, de maatschappelijke organisaties zoals ze o.a. in de Alliantie Fair & Green Deal zijn vertegenwoordigd.

Beweging en uitvoeringsmacht; van vertikaal naar horizontaal

Staatssecretaris Atsma wil binnenkort met een agenda voor duurzaamheid komen van dit kabinet en zal het maatschappelijk veld om input vragen. Er is dus een mogelijkheid vanuit deze conferentie input te leveren voor deze agenda.

Aansluitend op de discussie in de ochtend: maak onderscheid in de kwaliteit (en doelen) van het maatschappelijk middenveld! Gooi ze niet op een hoop! Maak het niet te simplistisch, het middenveld is divers en complex. Verderop in de workshop wordt ook opgemerkt dat de ANWB de grootse vereniging van Nederland is, maar spreker heeft de indruk dat de leden niets te zeggen hebben.

Theoretisch/analytisch is het verhaal van de green & fair deal prima, het ontbreekt echter nog aan uitvoeringskracht. We pakken niet door op de uitvoering, en dit stuit voor een deel op een onwillig middelveld. Veel milieuorganisaties lopen aan de leiband van de subsidiegever en doen veel concessies aan hun missie. De maatschappelijke organisaties hebben ons in de steek gelaten. Wiens brood met eet, wiens woord met spreekt.

Het verhaal van Jan Rotmans over de shift die we maken van vertikaal naar horizontaal spreekt een van de deelnemers aan. Zijn beeld bij het concept routeplan dat voorligt is dat het vertikaal is opgezet. Ook de structuur van het platform is vertikaal: ‘een maal per jaar een conferentie en intussen kan ik niets’. Op de website van het platform gebeurt weinig, hij mist de horizontale kant in het verhaal. Het platform zou horizontaler moeten werken, binnen een half jaar een structuur optuigen die dat benadrukt. Christiaan Hogenhuis ligt kort toe dat het Platform in de tussentijd met geringe middelen wel degelijk het een en ander heeft gedaan (o.a. gecommuniceerd via de nieuwsbrief Groeistuip), maar dat dit primair op maatschappelijke organisaties was gericht (bijv. start met Alliantie Fair & Green Deal, een nog los verband van organisaties, enkele expert meetings, een brief aan de informateurs, twee verkiezingsdebatten, een cursus F&GD).

We hebben het steeds over het maatschappelijke middenveld en wie daar een rol spelen, maar vormen we niet samen een beweging die in flow moet komen? En moet de vraag niet zijn hoe je dat voor elkaar krijgt?

Later komt dit thema terug in de vorm van de opmerking dat we het steeds hebben over iets of iemand anders. Zou het niet beter zijn het over onszelf te hebben, over wat wij kunnen doen. Er ligt hier iets op tafel – een Fair & Green Deal, een aanzet tot een routeplan. Laten we nagaan wat wij daaraan zelf kunnen bijdragen. Iedereen heeft een verantwoordelijkheid. Als we energie in deze beweging brengen, gaat dat wat uitstralen naar de omgeving. Wat kun jij betekenen? Wat heb je nodig? Zo kom je verder! Gewoon beginnen! Dat is de essentie van Transition Towns!

Laten we een facebook platform starten, waarop mensen elkaar op dit thema kunnen vinden, vragen kunnen stellen, problemen voorleggen en antwoorden uitwisselen.

Wanneer iedere maatschappelijke organisatie 5 a 10% van zijn tijd/mensen vrij maakt om de komende tijd aan het verhaal te werken en onderlinge verbindingen en samenwerking te zoeken, gaat er iets gebeuren.

Toekomstbeelden?

De vraag wordt opgeworpen of het ontwikkelen van – meerdere – uitnodigende toekomstbeelden en de discussie daarover kan helpen om die beweging te krijgen. We moeten zoeken naar hoe je de mensen wel kunt bereiken, aanspreken

Waar willen we heen? Wat is het grotere plaatje dat we willen realiseren? Sommigen vinden dat niet nodig: dat is toch duidelijk, een duurzame en sociale wereld! Anderen stellen dan de vraag; maar hoe ziet dat er dan uit?

We vragen Klaas van Egmond hoe hij dit ziet. De kern is dat we niet (meer) weten wie we zijn en ook niet weten wat het doel is van deze samenleving. We definiëren wie we zijn in uiterlijkheden (wij zijn onze auto,ons ego, ons huis, onze rijkdom). Vervolgens is eenzijdigheid een groot probleem, we schieten telkens uit de bocht. De ene periode is het kerk die alles voor het zeggen heeft, dan de overheid, de banken of het bedrijfsleven. We maken er karikaturen van. We kunnen de balans niet houden, de dogmatiek drijft ons steeds naar de periferie. We gedogen van alles omdat we niet weten wat we willen. Waar is de bezielde samenhang (Habermas). Mogen wij het midden bewaken?

Daarom ook het pleidooi van Klaas van Egmond voor de bestuursmodel a la Zwitserland, waar alle partijen op basis van het verkiezingsresultaten in de regering zitten. Zo kom je af van het vechten en ga je toe naar samen problemen oplossen.

Evolutie of revolutie, macht, schaalniveaus en samenwerking

We hebben wel een visie maar weten niet hoe die uit te dragen, te realiseren. Gaan we via het revolutionaire of via het evolutionaire pad lopen? Moet je dat willen sturen? Of doe je het modern netwerkend?

Opmerking tussendoor: je kunt niet harder gaan dan het gaat, ofwel het gras gaat niet harder groeien door eraan te trekken!

Iemand merkt op een analyse van de macht te missen. Weliswaar staat in de discussienota een actorschema waarin de macht van de verschillende actoren schematisch is aangeduid. Maar wat nog mist is een analyse van de vraag waarop die macht gebaseerd is.

Wie is onze tegenstander? Wat hier in de zaal zit is geen afspiegeling van de maatschappij. De in onze ogen bad guys denken ook dat ze met hun benadering de wereld redden. En deze bad guys hebben veel macht. Een aantal mensen uit de zaal reageert met de stelling dat we weg moeten van het vijanddenken, dat is oud denken, we willen het samen doen.

De paradigmashift waar we nu in zitten is die van het denken in concurrentie naar het denken in samenwerking. Er zijn andere structuren nodig om dit te realiseren. Een van de manieren is over de gehele keten te kijken. Bijvoorbeeld de cacao industrie is dat nu aan het doen. Er wordt direct gewaarschuwd voor fakeduurzaamheid , kijk bv. naar de soja keten en de manier waarop IDH werkt. Leidt die niet tot een moderne manier van kolonialisme?

De komende dagen wordt de Bilderbergconferentie gehouden. Dit jaar staat de conferentie in het teken van duurzaamheid. Er liggen (grofweg) dezelfde stukken op tafel als bij deze conferentie, alleen het woord krimp ontbreekt.

VNO/NCW heeft bijvoorbeeld Vision 2050 gemaakt, maar dit leeft (nog?) niet echt in die kringen!

Tussendoor ook nog de discussie of het zinvol is alle initiatieven te binden en er een groot initiatief van te maken. Of moet ieder initiatief juist zelfstandig kunnen bloeien en ontstaan de dwarsverbanden door bij elkaar op bezoek te gaan/mee te kijken.

Milieufederatie Zuid Holland organiseert binnenkort conferentie met de CEO’s van grote bedrijven. Zo kan het ook! Zoek elkaar op !Toon interesse en waardering!

Vanmorgen werd de opmerking gemaakt dat we de politiek kunnen vergeten in ons streven naar een andere economie. We moeten wel onderscheid maken tussen democratie en de politieke invulling daarvan. Democratie is een hoog goed, je kunt wel vraagstekens zetten bij de huidige politieke invulling daarvan. We moet ons niet afkeren van het huidige politieke systeem, maar juist mee gaan doen. Wordt allemaal politiek actief! Richt samen een politieke partij op!

Er wordt een korte discussie gevoerd over de verschillende schaalniveaus die in de transitie een rol spelen. In het blad Milieu van de VVM is laatst een systeembeschrijving/model beschreven van de regionale duurzame structuur (door Frans van der Steen, Haags milieucentrum). De vraag is niet groot- of kleinschaligheid, maar juistschaligheid. We zien veel mogelijkheden op de lokale schaal over het hoofd.

We moeten een beroep doen op alle niveaus en mensen met invloed mobiliseren!

Urgentie

Het gevoel voor urgentie leek gedurende de discussie in de ochtend te verdwijnen. Er zal meer aandacht moeten komen voor een economie die niet meer groeit. Ook in de landelijke politiek wordt dat inzicht gemist. Diederik Samsom bijvoorbeeld zei laatst nog in een interview dat het zonder groei niet gaat lukken.

Het beeld van de Titanic spreekt aan. We zitten op de Titanic en moeten een nieuwe kapitein kiezen. En dan een die ervoor kiest het schip van koers te doen veranderen om te voorkomen dat we op de ijsberg lopen. En niet iemand die alleen bezig is het orkest harder of zachter te laten spelen of nog een rondje kaviaar langs te laten gaan.

Conclusies Christiaan Hogenhuis:

  • Verbinding zoeken is een breed gedeelde wens
  • Stap op elkaar af vanuit interesse en waardering
  • Bied een (virtueel) platform voor de beweging, waarop debat en uitwisseling kan worden gefaciliteerd
  • Breid de machtsanalyse uit met vooral een analyse van de basis van de macht van verschillende actoren
  • Ga in op de uitnodiging van Atsma

Christiaan Hogenhuis zegt toe binnen het Platform DSE en de Alliantie aan de orde te stellen of we iets als een internetplatform kunnen opzetten. Verder worden de aanwezigen aangeschreven met de vraag commentaar op de ‘Aanzet tot een routeplan’ te geven en daarbij aan te geven welke bijdrage zij zelf daaraan kunnen doen.

Naar de plenaire bijeenkomst wordt als centrale opmerking teruggerapporteerd: Bied als basis voor een beweging een internetplatform voor debat en uitwisseling van kennis en ervaring.

————

Deel 2: Poging tot analyse, ontdekken van de kern (van uw verslaggever, op eigen initiatief, misschien voegt het iets toe!)

Voor mij zit de kern van het verhaal in de opmerking die werd gemaakt dat ‘we’ (alle initiatieven die streven naar een duurzame samenleving) een beweging zijn die ‘in flow’ moet komen en dat we in een proces zitten om dat voor elkaar te krijgen. Het gaat er daarbij niet alleen om organisaties te verbinden, maar (en misschien wel vooral) om individuen een platform te bieden om hun gedachten en ideeën te kunnen delen, ontwikkelen en verbinden. Om van daaruit de collectieve acties te laten voortkomen die nodig zijn om de beweging ‘actief en zichtbaar’ te maken.

Wat mij in de workshop opviel was dat er vooral werd ‘gebracht’ (de eieren van de pinguïns) en we niet erg in dialoog kwamen. Ik heb heel wat verschillende invalshoeken (dilemma’s en paradoxen) voorbij horen komen: moeten we nu wel/niet een toekomstvisie maken, ons wel/niet politiek in de politieke arena begeven, wel/niet bundelen (van alle initiatieven, zelfs een nieuwe politiek partij werd geopperd), wel/niet een analyse van de macht maken, wel/niet in tegenstellingen denken en wel/niet de ander wantrouwen (ik moet dan direct aan de zenmeester denken die tegen twee ruziënde monniken zegt dat ze allebei gelijk hebben). Als je dit nu combineert met de oproep om het niet steeds over de ander te hebben, maar naar onszelf te kijken, en de visie van Klaas van Egmond om naar de bezielde samenhang in het midden te streven, waar komen we dan uit? Misschien bij het volgende: een platform waarop continu mensen met elkaar van gedachten wisselen over verschillende vraagstukken (horizontaal). Waar ook een groep actief is die over de discussies en gesprekken heenkijkt en zoekt naar de verbindingen/rode draad, en daaruit verschillende acties initieert, die wellicht voor een deel al in de routekaart staan (vertikaal).

———–