Met het boek ‘Niet voor de winst’, schreef Martha Nussbaum (New York, 1947) hoogleraar rechtsfilosofie en ethiek, een vlammend betoog voor de niet-exacte vakken in het onderwijs. Te denken valt aan vakken als kunst, literatuur, talen, muziek, filosofie, geschiedenis, godsdienst en cultuur. Het zijn deze vakken die noodzakelijk zijn voor goed geïnformeerde, onafhankelijk en tot medeleven in staat zijnde democratische burgers.
Vandaag de dag zijn het juist deze vakken die steeds vaker moeten wijken voor exacte wetenschappen. Nussbaum noemt het de stille crisis in het onderwijs: in plaats van leerlingen en studenten kritisch te leren denken en kennis te laten maken met complexe mondiale vraagstukken, groeit een generatie scholieren op die alleen maar wordt klaargestoomd voor een leven dat erop gericht is economisch rendement op te leveren.
Volgens Nussbaum zou het in het onderwijs niet om economische winst moeten gaan, maar om goed burgerschap. Maar degenen die zich bezighouden met onderwijs dat is gericht op economische groei zullen meer doen dan de niet-exacte vakken alleen maar negeren. Zij zullen die vrezen. Want een goed gecultiveerd en goed ontwikkeld inlevingsvermogen is een bijzonder gevaarlijke vijand voor afstomping. En morele afstomping is noodzakelijk om economische ontwikkelingsprogramma’s te kunnen uitvoeren die geen rekening houden met ongelijkheid. Als je nooit een andere manier hebt leren kennen om mensen te zien, maakt het gemakkelijker om mensen als dingen te behandelen en te manipuleren. Het is daarom essentieel dat burgers leren goed na te denken over politieke kwesties die het land raken; in staat zijn deze te onderzoeken, te overdenken, te argumenteren en te debatteren zonder daarbij te zwichten voor gezag of traditie.
In een tijd van opkomend populisme is het belangrijk dat burgers leren medeburgers te erkennen als burgers die over gelijke rechten beschikken, ongeacht ras, religie, geslacht of seksuele oriëntatie. Burgers moeten in staat zijn om na te denken over wat goed is voor het land als geheel en niet alleen voor wat goed is voor de eigen lokale groep. Burgers moeten in staat zijn zich een beeld te vormen van complexe kwesties rond kindertijd, adolescentie, familiebetrekkingen, ziekte, dood e.d.
Wat er mis kan gaan als in het onderwijs geen aandacht wordt besteed aan deze zaken geeft Nussbaum aan in haar voorbeeld van de Indiase deelstaat Gujarat. In het openbaar onderwijs wordt daar geen kritisch denken onderwezen, maar is de aandacht vooral gericht op technische vaardigheden. Hitler werd op openbare scholen voorgesteld als een held. Opgehitst door rechtse hindoe politici werden in 2002 ongeveer tweeduizend islamitische burgers vermoord.
Mensen worden niet geboren als democratisch burger, daartoe moeten zij worden opgevoed.
Democratieën beschikken niet alleen over grote rationele kracht, maar ook over grote verbeeldingskracht. Zij zijn tevens vatbaar voor enkele ernstige redeneerfouten, voor kleinsteedsheid, slordigheid, egoïsme en bekrompenheid. Onderwijs dat vooral gebaseerd is op winstgevendheid vergoot deze tekorten, het leidt tot hebzuchtige stompzinnigheid die het leven van de democratie zelf bedreigen.
Mensen worden niet geboren als democratisch burger, daartoe moeten zij worden opgevoed. Wij denken volgens Nussbaum te weinig na over wat wij moeten doen om democratische waarden over te dragen op de volgende generatie.
Hoe dergelijke waarden moeten onderwezen is helemaal niet zo eenvoudig en bovendien kostbaar. Het is in het universitair onderwijs niet ongebruikelijk hoorcolleges te geven aan vele honderden studenten. Tentamens worden afgenomen met meerkeuzevragen. In de geesteswetenschappen werkt dit volgens Nussbaum niet. Het verwezenlijken van de genoemde doelstellingen vereist kleine werkgroepen met een gelijkwaardiger rol voor de docent, geen tentamens met meerkeuzevragen maar werkstukken waar feedback op geleverd wordt.
Haar betoog is niet aan dovemans oren gericht. CDA en PvdA hebben voorgesteld het vak Maatschappijleer verplicht te stellen op het MBO. Helaas ziet MBO-raads voorzitter Ton Heerts niets in het voorstel. Op 2 november 2016 zei Ton Heerts op Radio 1: ‘Natuurlijk is kritisch kunnen denken een heel belangrijke vaardigheid die kinderen moeten ontwikkelen. Dat is algemene vorming. Maar laat de politiek ophouden het mbo steeds te zien als reparatieonderwijs voor wat er thuis, op straat, in de kinderopvang en het basis- en voortgezet onderwijs is misgegaan.’ De heer Heerts is kennelijk van mening dat scholing op het gebied van democratisch burgerschap kennelijk ophoudt bij 16 jaar. Echter, dan begint het pas. Het boek van Martha Nussbaum is een noodzakelijk statement. Je zou willen dat meer mensen daar kennis van namen.
Niet voor de winst, waarom democratie de geesteswetenschappen nodig heeft. Door Martha Nussbaum. Ambo/Anthos, Amsterdam, 2011
Gastauteur Frans Maas, docent Maatschappijleer, Da Vinci College Dordrecht.