In memoriam Roefie Hueting

Afgelopen zaterdag overleed Roefie Hueting. Milieueconoom en jazzpianist. In de economenwereld kreeg hij bekendheid door zijn boekje “Wat is de natuur ons waard?” uit 1970, over het plan om een park op te offeren waar inwoners van Den Haag graag wandelden. Daarmee startte hij in Nederland min of meer de discussie over milieu en economie. In de jaren ’60 kwam het milieu geleidelijk aan op de agenda, maar in de economie vooralsnog alleen als “extern effect”, zoals bij Mishan (“The costs of economic growth”, 1967).

Hueting introduceerde het begrip milieufuncties, dat zijn de gebruiksmogelijkheden die het milieu voor de mens heeft, om te laten zien wat opgeofferd wordt voor zogenaamde economische groei. Hij richtte zijn kritiek op het feit dat het nationale inkomen ten onrechte als indicator van de welvaart wordt beschouwd.

Bij het CBS werkte hij jaren aan de correctie van het nationaal inkomen. In 1974 volgde zijn promotie in Groningen, bij Pen: “Nieuwe schaarste en economische groei” met als ondertitel “meer welvaart door minder produktie?” Daarvoor en daarna schreef nog veel publicaties, vaak samen met anderen, zoals Theo Potma (oprichter van CE-Delft).

Hij heeft zich hardnekkig vastgebeten in de correctie van het nationaal inkomen tot een Duurzaam Nationaal Inkomen (DNI), en trok ten strijde tegen het ‘dwangmatige karakter’ van de economische groei. Die strijd maakte hem, de pionier van de milieueconomie, tot een dissident in economenland. Onvermoeibaar bleef hij hameren op de samenhang tussen milieuaantasting en de groei van het nationaal inkomen. Het geld dat we verdienen, geven we uit – en vaak aan dingen die gevolgen hebben die we eigenlijk niet willen. In 1991 ontving Roefie Hueting tijdens de conferentie ‘Balancing the Future’ in Zandvoort ‘De Groene Pluim’ van Ecocentrum De Kleine Aarde, vanwege zijn pionierswerk op het gebied van duurzame economie.

Het Platform DSE begon zijn bestaan in 2006 met een petitie aan het parlement, waarin er op werd aangedrongen geld ter beschikking te stellen om alternatieven voor het Bruto Binnenlands Product door te laten rekenen. Één van de door te rekenen alternatieven was het DNI. Een paar jaar later publiceerden we de brochure ‘Beter meten’, waarin een aantal alternatieve indicatoren besproken worden. Bart de Boer en Roefie Hueting namen daarin het hoofdstuk over het DNI voor hun rekening. Dat hoofdstuk is hier nog eens na te lezen.

Roefie Hueting kon fel zijn als het om zijn inzichten ging, maar bleef tegelijk een vriendelijk, wat schuchter mens.

Erik Spaink en Gerrit Stegehuis