Hoop systemisch onderzoeken

Van destructiedriehoek naar winnaarsdriehoek
Mondiale opgaven én kansen in kort systemisch verband

Inleiding en overzicht inhoud

classroom-1699745_640Het is een rare en verontrustende situatie. Pas nu lijken heel veel mensen in te zien dat het de verkeerde kant opgaat met het klimaat, met de biodiversiteit en met de steeds grotere (inkomens)verschillen tussen mensen en landen. Pas nu komt er in de media (kranten, tv, radio, sociale media) meer aandacht voor het voortdurend streven naar economische groei. En eerlijk gezegd, alhoewel ik me er al enige decennia met milieuvraagstukken bezighoud, groeit ook bij mij de urgentie en het gevoel dat er snel grote stappen gezet moeten worden. Ook ik las het rapport van de Club van Rome, ik nam later ook kennis van Rachel Carson. Ik las en doceerde in de jaren ’80 over zure regen en ging met mijn studenten en een IVN-gids in een bos de effecten bekijken. Ook Schumacher zat in mijn doceerrepertoire. In latere jaren waren er langdurige perioden dat ik er niets tot weinig mee deed. Maar de laatste 15 jaar gaat het ook wel retesnel en lees ik en schrijf ik en overleg ik wekelijks, soms dagelijks over de verslechtering van de Aarde. In een presentatie in december 2022 voor het filosofisch café in Assen zette ik mijn zorgen, maar ook de perspectieven, nog eens op een rij. Die perspectieven geven ook hoop. De povere resultaten van COP 27 in Egypte (klimaat) en van COP 15 (biodiversiteit) in Canada vormen een stimulans om zowel het systeem waarin we gevangen zitten als het systeem om uit de neerwaartse spiraal te komen te duiden. Met woorden van Bruno Latour: Weten en niet overeenkomstig handelen is niet-weten.

Ik zal achtereenvolgens ingaan op wat ik bedoel met de destructiedriehoek en op wat verstaan kan worde onder systemisch analyseren. Daarna bespreek ik een aantal systemische veranderingsmodellen. Vervolgens schets ik een vergezicht met toekomstmogelijkheden. Ik ga daarbij in op zes verschillende aanzetten. En tenslotte eindig ik met een winnaarsdriehoek, waarin het maatschappelijk systeem gekanteld is en positieve krachten regeren.

Veel onderdelen van onderstaand artikel heb ik al in afzonderlijke publicaties beschreven. De huidige tekst legt de nadruk op de samenhang van de onderdelen zonder diep in te gaan op de afzonderlijke onderdelen[1].

De destructiedriehoek
De destructiedriehoek

Elk van de drie deelsystemen in deze driehoek is in een afhankelijkheidsrelatie met de andere twee verbonden. Ik heb aandeelhouderskapitalisme in de top van de driehoek geplaatst. Dit vormt het dominante systeem. Groei, vooral BBP-groei, is voor elk deelsysteem de grote aanjager voor alle betrokken actoren, instituties en structuren. Gemeenschappelijk zijn ook de kenmerken: de gerichtheid op de korte termijn en de focus op eigen belang. Het noemen van aandeelhouders en niet de leiding (CEO of Raad van Commissarissen) is de aanduiding van hun grote invloed op de richting van het ondernemingsbeleid. De laatste jaren is ook het aandeel aandeelhouders in het Nationaal Inkomen gestegen ten koste van de beloning op arbeid (Volkskrant 8-12-22). Groei als aanjager heeft grote effecten. Door de groei verbruiken we steeds meer grondstoffen, stoten we meer CO2 uit, vervuilen we meer. Een procentje groei lijkt niet veel maar de vuistregel is dat wanneer je het getal 70 deelt door de groeivoet de uitkomst aangeeft in hoeveel jaar het Nationaal Inkomen verdubbelt. Dus zelfs bij een lage groeivoet van 2% vindt in 35 jaar een verdubbeling plaats. De nadelige effecten komen in het groeicijfer niet voor. Dus het kappen bijvoorbeeld van alle bossen in Drenthe leidt tot een flinke bbp-groei.

Een nadere invulling van de systeemdwang die uitgaat naar de drie delen van de destructiedriehoek geeft het volgende beeld:

Bedrijven moeten groeien om aandeelhouders (waaronder onze pensioenfondsen[2]) tevreden te stellen; de concurrentie voor te blijven; investeren in nieuwe markten; nieuwe producten. De externe kosten (milieu, sociaal, natuur) tellen niet mee. De focus op aandeelhouders geeft ook een focus op de korte termijn. Immers goede kwartaalcijfers stimuleren de beurskoers. Bedrijven hebben de overheid nodig: regelgeving (bezitsbescherming), infrastructuur; burgers als werknemers en consumenten.

Overheden streven naar maximale bbp-groei: dat helpt bij nieuwe verkiezingen, dat geeft ruimte om leuke dingen voor de mensen te doen. Tevreden kiezers zijn cruciaal in het politieke proces. De invloed van de overheid is daarmee niet altijd negatief. Er is politieke strijd die kan leiden tot meer verworvenheden. Alle politieke partijen zeggen dat opiniepolls maar dagkoersen zijn, maar er wordt wel op gereageerd. De overheid zorgt er verder voor (vooral sinds de jaren ’80 in de vorige eeuw) dat markten zo vrij mogelijk zijn; vooral de financiële markten kregen een enorme vrijheid. Het idee is dat dit de groei stimuleert. Het gaat goed als we maar internationaal vooroplopen of minimaal bijblijven. Bedrijven zorgen in dit schema voor werkgelegenheid (dus geen onrust, lage uitkeringen) en groei. De burgers zorgen voor politieke steun en draagvlak.

Burgers zijn consumptief verslaafd. De consumerende burger wil nieuwe spullen en koopt als recreatieve bezigheid. Economische groei leidt meestal tot inkomensstijging dus meer mogelijkheden om erbij te horen (keeping up with the Joneses). Zonder maatschappelijke context is consumeren het vullen van de leegte en door de voortdurende beschikbaarheid van nieuwe behoeftes kan de leegte letterlijk worden gevuld. Burgers hebben bedrijven nodig voor werk, voor goederen en de overheid voor regels en sociale voorzieningen.

Zowel overheden als grote bedrijven maken deel uit van mondiale systemen. Overheden nemen deel aan de internationale politiek en de machtsongelijkheid die daarbij hoort. De dominante positie is nog steeds die van centrum – periferie (de theorie ontwikkeld door de Egyptische econoom Samir Amin). Centrum staat voor de rijke kapitalistische landen, periferie voor minder ontwikkelde landen. De centrumlanden bepalen de mondiale ontwikkeling gericht op groei en nog altijd gebaseerd op (neo)kolonialisme. De perifere landen (of ook wel toegepast op regio’s) leveren grondstoffen en goedkope massaproducten aan de centrumlanden. Opkomende grote industrielanden als China en India zijn hard op weg om deze theorie te veranderen. De internationale financiële markten hebben, zeker na de vrijwel volledige vrijmaking van de financiële markten, samen met de grote internationale megaondernemingen, een dominante invloed op tempo en richting van de economische groei. In een uitbreiding van figuur 1 geeft dat het volgende beeld:

Uitbreiding destructiedriehoek

Systemisch analyseren

In een veelheid van psychotherapieën is systemisch werken al vele jaren een uitgangspunt: We moeten niet kijken naar de persoon als geïsoleerd wezen maar naar de persoon in zijn sociale context van familie, werk, culturele achtergronden dergelijke. Het is des te verbazingwekkender dat systemisch analyseren en handelen niet behoort tot de standaard beoordelings- en beleidsinstrumenten. In de veel gebruikte (bij bedrijven en overheidsorganisaties) Deming cirkel, die staat voor een circulair proces van: plan, do, check, act, komt de notie van systemen niet terug. Bij veel overheden staat het beleid vooral in het teken van afzonderlijke projecten, ministeries en deelgebieden.

Het begin van systemisch analyseren ligt in de vaststelling dat systemen verzamelingen zijn van onderdelen die onderling afhankelijk zijn. Dus het opstellen van een plan voor de herziening van de landbouw moet beginnen met het in kaart brengen van het voedselsysteem; van boer tot supermarkt en van graanhandelaar tot bankier. Omdat het systeem mondiaal is kan dat onderdeel ook niet ontbreken.

Belangrijk kenmerk is ook dat een systeem altijd meer is dan de som der delen. Een huis is meer dan een verzameling stenen en kozijnen. Een ecosysteem is een verzameling planten, dieren, al dan niet in levensgemeenschappen, micro-organismen in betrekking ook met de abiotische setting. De regering is meer dan een verzameling ministers. Dus het veranderen van structuren zal niet slagen wanneer niet de invloed van het hele systeem erbij betrokken is. De relaties in een systeem worden vooral bepaald door het systeem zelf.

Systemen zijn in hoge mate zelfreferentieel. Dat wil zeggen dat het systeem zelf de referentie is. Alleen die normen en waarden gelden die uit het systeem zelf komen. Externe kritiek heeft geen vat op zo’n systeem. Dus kritiek op de overheid als systeem komt bijna niet aan. Alleen massale kritiek die het systeem zelf raakt heeft impact. We zien dit bijvoorbeeld ook bij media en bij de vakbeweging.

Systemen reproduceren zichzelf. Systemen veranderen en ontwikkelen. Maar hiervoor geldt: hard to make hard to break. Toch is op den duur verandering aan de orde. Immers van cyclus op cyclus wordt het systeem herhaald. En in die herhaling zorgen ze voor toenemende wanorde. Het is als bij celdeling, er ontstaan hier en daar kleine foutjes. Wanneer de wanorde steeds groter wordt en er scheuren in het systeem zichtbaar worden, zoals in ons huidig tijdsgewricht, dan moet er gehandeld worden.

Systemische veranderingsmodellen

We zitten immers niet op onze handen te wachten op de grote kladderadatsch. Er zijn tegenkrachten te ontwikkelen om het systeem (of een verslechtering van het systeem) te veranderen; hoe moeilijk ook. Ik zal hierna zes modellen kort langslopen. Natuur en biodiversiteit, veerkracht, het democratisch tekort, regeneratief, transities en systemisch werken.

Natuur en biodiversiteit

Werkend aan dit verhaal komt het bericht dat er in Montréal op de COP 15 over biodiversiteit een akkoord is bereikt. Er is onder meer afgesproken dat in 2030 zeker 30 procent van al het land en water op Aarde beschermd gebied moet zijn. Het Wereld Natuur Fonds (WWF) noemt het akkoord in een reactie een belangrijke mijlpaal, maar waarschuwt dat alles staat of valt met de uitvoering.

Benadrukt wordt wel dat de rechten van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen moeten worden gerespecteerd. De landen hebben ook afgesproken dat het risico, dat soorten door toedoen van de mens uitsterven, in 2050 tien keer zo klein moet zijn als nu. Het is de bedoeling dat rijke landen in 2025 zo’n 20 miljard dollar per jaar betalen. In 2030 moet dat zijn opgelopen tot zeker 30 miljard. De komende jaren moet blijken of deze afspraken ook daadwerkelijk leiden tot de juiste acties.

Het akkoord moet een herstel betekenen voor de enorme achteruitgang de afgelopen decennia. Dat neemt niet weg dat er ook nog grote opgaven liggen op het gebied van klimaat, stikstof, industriële landbouw en gebruik van pesticiden. Ook de weerstand van de betrokkenen, vooral veehouders, is erg toegenomen. De kwetsbaarheid van ecosystemen, en de mogelijke kantelpunten die bereikt worden, blijven me voorlopig erg verontrusten.

Daar staat tegenover staat er hoopvolle ontwikkelingen zijn in de snelheid van natuurherstel of in het scheppen van nieuwe natuur zoals de Marker Wadden. Ook positief is de stelling van Hawken (in het boek Regeneration) dat bij het bereiken van een uitstoot van CO2 netto nul er binnen twee decennia klimaatstabilisatie kan optreden.

Veerkracht

Een systeem moet een zekere mate van veerkracht hebben. Er is een balans nodig tussen efficiency en veerkracht (resilience). Een overdosis van een van beide variabelen leidt tot onbalans van het systeem. Te veel efficiency kan leiden tot kwetsbaarheid en te veel veerkracht tot stagnatie (bijv. alleen maar megabedrijven versus alleen maar kleinbedrijf). De duurzaamheid van een complex systeem kan daarom worden gedefinieerd als de optimale balans tussen efficiëntie en veerkracht. De huidige dominante systemen verliezen hun veerkracht door nadruk op efficiency. We zien dit bij de overheid maar ook bij bedrijven. De toeslagenaffaire valt ook te duiden als een overmaat aan efficiency. Een kippenboerderij bijvoorbeeld is geheel de klos bij besmetting met vogelgriep. Biodiversiteit zorgt voor meer biologische en economische veerkracht op het boerenbedrijf. Door verschillende gewassen te telen raakt niet meteen alles besmet bij een plaag of ziekte. Of, door neventakken op het boerenbedrijf te exploiteren in bijv. recreatie of zorg, kan men terugvallen op andere inkomsten. We zien die kwetsbaarheid ook bij de afhankelijkheid van één energiesoort, of bij de afhankelijkheid van één leverancier (v.b. China). Er zou dus eigenlijk standaard een veerkracht-analyse moeten plaatsvinden bij nieuwe of langlopende projecten.

Het democratisch tekort

Er is veel discussie over het thema democratie. Populisme, de invloed van sociale media, de achteruitgang van de kiezersopkomst, om een paar thema’s te noemen, spelen mee. Een van de genoemde factoren die m.i. meer aandacht zou moeten krijgen is dat het systeem van de vertegenwoordigende democratie, en dan met name de grote rol van partijen daarbinnen, leidt tot een uitholling van de democratie. Partijen hebben weinig leden (minder dan 3% van het aantal kiesgerechtigden) en binnen partijen zijn het nog minder mensen die actief meedoen. Een andere factor vormt de geringe aandacht voor politieke besluiten en de totstandkoming daarvan. Door de enorme hoeveelheid neo-liberaal geïnspireerde veranderingen (deregulering, vermarkting) is het democratisch tekort ook erg toegenomen. De beweging terug is overigens op dit moment zichtbaar.

Op het steeds belangrijker wordende EU-toneel is de democratie ook nog erg ondermaats en is de besluitvorming binnen de Raad nog erg een zwarte doos. Ook de unanimiteit voor belangrijke besluiten vormt een rem op een vooruitstrevend democratisch lichaam.

Toch is er zowel landelijk als op het vlak van de EU progressie. Landelijk zien we de burgerberaden steeds populairder worden en de EU neemt (onder druk van de klimaatcrisis en de Ukraine-oorlog) steeds verdergaande communautaire besluiten. De Europese Green Deal is een belangrijke en grote stap in de goede richting.

Regeneratief

We gebruiken de Aarde als een creditcard. Veel uitgeven en verspillen zonder aan terugbetalen te denken. En kennelijk is er ook geen uitgavenlimiet. Dat er wel degelijk uitgavenlimieten zijn is inmiddels helder uiteengezet in de negen zogenaamde planetary boundaries. Deze gaan o.a. over het verlies van biodiversiteit, het klimaat en de chemische vervuiling.

De duurzaamheid die als term meestal gebruikt wordt is noodzakelijk maar niet meer voldoende als richtpunt. Zo wordt uit duurzaamheid afgeleid dat we moeten recyclen (en dat is ook zo). Recyclen is nog maar al te vaak downcyclen

Veel beter is het om uit te gaan van een regeneratieve strategie. Regeneratief betekent weer in de oorspronkelijke toestand terugbrengen en zo mogelijk verbeteren. De regeneratieve aspecten van systemen betreffen: de zelfvoedende, zelfvernieuwende en adaptieve leerprocessen die natuurlijke systemen gebruiken om hun vermogen om gedurende lange tijd te kunnen gedijen te voeden[3].

Om het in wat praktischer termen te verwoorden, op de site van de Regenerative society staan vijf principes:
a. Regeneratieve economie bevordert soberheid in plaats van overvloed.
b. Regeneratieve economie kan werken zonder nieuwe materialen te extraheren.
c. Regeneratieve economie is een lokale economie die interactie tussen actoren bevordert.
d. Regeneratieve economie leidt tot samenwerking in plaats van concurrentie.
e. Regeneratieve economie ontwikkelt leven en evolutie, in plaats van het te vernietigen[4].

In het eerdergenoemde boek van Paul Hawken, Regeneration met als ondertitel: De klimaatcrisis opgelost in één generatie staan tientallen voorbeelden van regeneratieve projecten, gesorteerd naar belangrijke onderwerpen als oceanen, bossen, industrie en de stad.

Een heel belangrijk voorbeeld en ook al toegepast vormt regeneratie landbouw. Dit type landbouw heeft een positieve impact op de biodiversiteit, de waterkwaliteit, de bodem en heeft een gesloten koolstof- en nutriëntencycli. Een regeneratieve economie ontwikkelt leven en evolutie in plaats van destructie.

Transities

De ontwikkeling van de transitietheorie is al enkele decennia bezig. Niet alleen is er grote productie van literatuur, ook er is inmiddels ook een ruime transitiepraktijk. Transities en transitiemanagement gaan uit van een systemische aanpak om sociaal-maatschappelijke problemen te onderzoeken en de versterken. Hierbij vormt het cyclische proces van probleemstructurering, visieontwikkeling, coalities bouwen, experimenteren en monitoren het uitgangspunt[5]. Het Rotterdamse instituut Drift geeft aan dat transitiemanagement kan toegepast worden in verschillende contexten: bijvoorbeeld binnen gemeenschappen op het buurtniveau, met betrekking tot fossielvrije mobiliteitssystemen op stadsniveau, of in relatie tot duurzame gezondheidszorg op nationale schaal.

De theorie valt samen te brengen in een complex schema, door Drift ontwikkeld. Maar door alle onderdelen stap voor stap na te lopen wordt de samenhang duidelijk. In de grote lijn die van linksboven naar rechts beneden loopt zien we hoe het oude systeem vastloopt en uiteindelijk wordt opgegeven. De lijn van linksonder naar rechtsboven is de ontwikkeling van het nieuwe systeem.

Transities

Systemisch werken

Tot besluit van deze mogelijkheden voor systemisch werken nog eens de belangrijkste aandachtspunten.

Heb steeds aandacht voor de samenhang en de dialektiek in een systeem. Afzonderlijke structuren in een systeem kunnen alleen maar succesvol veranderen wanneer het geheel ook in de plannen betrokken is.

Heb aandacht voor de lange termijn. Maak leren een onderdeel van het proces. Padafhankelijkheid in een systeem duidt erop dat keuzes uit het verleden de huidige mogelijkheden bepalen. Dat houdt dus ook in dat bij nieuwe keuzes het uitgangspunt van no regret toegepast wordt. B.v. door niet te bouwen in laaggelegen polders. En wanneer je vanaf het begin rekening houdt met de gevolgen van je handelen /ontwerpen voor andere domeinen, ontstaan er ook nieuwe allianties en combinaties.

Aanzetten voor een vergezicht

Met de hiervoor geschetste systemische veranderingsmodellen zijn we er nog niet. Ik zal hierna ook aangeven waar we heen zouden moeten gaan. Met alleen regeneratieve projecten of transitiepaden hebben de groeifixatie nog niet geëlimineerd. Daarvoor schets ik noodzakelijke lange termijn veranderingen. Het gaat om de volgende punten: Oorlogseconomie en mobilisatie; Het terugbrengen van Overshoot Day; Democratische aanzetten; Verkleining sociale verschillen (ook mondiaal); Verander het aandeelhouderskapitalisme; Verander de destructiedriehoek in een winnaarsdriehoek. Met als focus einde aan de groei.

Oorlogseconomie en mobilisatie

Een belangrijke uitspraak van Bruno Latour luidt: ‘het klimaatvraagstuk is niet één aspect van de politiek onder vele andere, maar is het vraagstuk dat de politieke orde van het begin tot het einde definieert, en dat ons allen dwingt om oudere kwesties te herdefiniëren, zoals sociale gerechtigheid, identiteit, bestaansmiddelen en de band met een plek. Hieraan zou ik willen toevoegen: het biodiversiteitsvraagstuk.

Het belang en de urgentie van maatregelen hebben al geleid tot het oproepen om de economie in te richten als in een oorlogseconomie en daarvoor de mobilisatie af te kondigen. Met andere woorden alle inspanningen moeten gericht worden op het winnen van de oorlog met betrekking tot klimaat, biodiversiteit en ongelijkheid.

Alleen de centrale overheid, in nauwe samenspraak met de EU, kan richtinggevend zijn. Dat betekent dat de markt ondergeschikt moet zijn aan het winnen van de oorlog. We moeten daarbij, zoals JM Keynes schreef in zijn geschriften over de oorlog, arbeiders of mensen met de laagste inkomens niet tot slachtoffer maken. De eveneens Britse auteur Toni Judt verwoordde het te bereiken toekomstbeeld met deze woorden: … “it must be sufficiently better to make up for the evils of the transition”. Alleen als er voldoende brede steun is voor verandering gaat een mobilisatie lukken.

Het terugbrengen van Earth Overshoot Day

Earth Overshoot Day wordt beeldend het beste weergegeven door het huidige verbruik van 1,7 Aardes.

1,7 Earths

In 2022 viel Overshoot Day op 28 juli. Dat betekent dat de ecologische hulpbronnen en diensten die de Aarde in een jaar kan regenereren op die datum al op zijn. Twintig jaar geleden viel deze nog op 24 september en veertig jaar geleden was het 11 november.

De biocapacity per hoofd staat nu op 1,6 gha (global hectare; de oppervlakte biologisch productieve ruimte die beschikbaar is per persoon) ook wel het Eerlijk Aarde-aandeel genoemd[6]. We gebruiken in Nederland p.p. gemiddeld 5,7 hectare. Daarmee ligt Overshoot Day voor Nederland nog veel eerder, namelijk op 12 april.

Om te beginnen betekent dat minder energiegebruik en dat we moeten ontspullen en goederen en diensten uit economische wetmatigheden halen; terug naar de leefwereld en een autonoom publiek domein. We moeten snel een begin maken met een decommodificatie.

Het marktsysteem waarin alles tot verhandelbaar product of dienst is teruggebracht moet worden verkleind ten gunste van meer leefwereld, meer welzijn. Net als bij het terugbrengen van de CO2-uitstoot zouden we een richtlijn moeten ontwikkelen voor het terugbrengen van ons grootgrondgebruik. Dus een doel voor 2030, voor 2040 en 2050.

De meeste winst valt waarschijnlijk te behalen in het regenereren van natuur. Sinds 2010 wordt vaak de TEEB-benadering (The Economics of Ecosystems and Biodiversity) gebruikt. TEEB is een mondiaal initiatief dat de economische voordelen van biodiversiteit onderzoekt en beschrijft, inclusief ook de groeiende kosten van het verlies van biodiversiteit en de waardevermindering van het ecosysteem[7]. Een van de methodes die daarbij gebruikt wordt is het berekenen van de waarde van ecosysteemdiensten. Het beprijzen van ecosysteemdiensten heeft naast goede inzichten in de waarde van die diensten ook een negatieve kant. Het leidt tot commodification en privatisation. Zoals gesteld in een artikel in Global Issues: ‘While proponents of natural capital accounting argue that the system will inform government behavior and encourage the sustainable use of resources, some say that calculating ‘natural wealth’ is one step away from the complete commodification of the planet’s bounty’[8]. In een recente publicatie van het Planbureau voor de Leefomgeving[9] wordt betaling voor ecosysteemdiensten positief benaderd. Bijvoorbeeld het herstellen van de zuiveringsfunctie van oppervlaktewater. Bekend is ook het voorbeeld van herstel en uitbreiding mangrovebossen in tropische gebieden. Maar als de afweging gemaakt gaat worden tussen de economische functie en de natuurfunctie dan ben ik bang dat de natuur het onderspit delft.

Aanzetten tot democratische veranderingen

Politiek wordt door de huidige politieke partijen vooral gespeeld als een zero sum game. Het is een situatie waarbij de winst van een partij ten koste gaat van de andere partijen en de netto verandering van welzijn of welbevinden is doorgaans nul. Het politieke debat is steeds meer een verbale strijd zonder verbeteringen voor de burger. Het houdt de politieke besluitvorming in een houdgreep en bevordert ook niet het enthousiasme voor de politiek bij betrokken kiezers. Politiek is ook steeds de politiek van nu tot de volgende verkiezing. De korte termijn, of de ultrakorte termijn. Meer politieke samenwerking, meer lange termijnbeleid zijn voor de hand liggende doelen. Maar misschien moet er ook een serieus debat komen over de rol van politieke partijen. Met als belangrijke achtergrondvraag: hoe herstellen we het wederzijds vertrouwen. We moeten ook draagvlak regenereren.

Ook het over de schutting gooien door de landelijke politiek van complexe onderwerpen (zoals bijvoorbeeld de Jeugdzorg) naar provincie en gemeente draagt niet bij aan een goede naam van de landelijke overheid.

Ik noemde al eerder het nieuwe instrument van een burgerberaad; een groep gelote burgers die door middel van deliberatie aanbevelingen doet over politiek beladen of complexe onderwerpen. Daarnaast kan gesteld worden dat het gewenste integratieve beleid niet top down opgelegd moet worden, maar ook bottom up moet kunnen groeien.

Naar een welzijnseconomie en Verkleining sociale verschillen

De verzorgingsstaat, de sociale staat, de betrouwbare staat, de welvaartsstaat, het zijn allemaal woorden voor een staatsvorm die onder invloed van het neoliberalisme veranderd is in een moderne vorm van een nachtwakersstaat. De overheid laat de burger zoveel mogelijk vrij om zijn of haar eigen leven te leiden. Anders dan bij de klassieke 19de-eeuwse nachtwakersstaat kennen we nog steeds veel elementen van hulp en bijstand maar veel is verdwenen of naar de markt geschoven. Het verdwijnen van muziekscholen, schoolzwemmen, de versobering van de ontslagbescherming, de concernvorming in de thuiszorg of kinderopvang zijn allemaal uitingen van die veranderingen. Het wordt geduid als de participatiemaatschappij. Iedereen neemt verantwoordelijkheid voor het eigen leven. Met als effect dat het maatschappelijk leven verschraalt; cultuur is een luxeproduct geworden.

Zonder terug te willen naar de verstikkende jaren 50 is het ook mogelijk om een welzijnsstaat in te richten die mensen niet uit- maar insluit. Belangrijke elementen voor een systeem van een welzijnsstaat zijn m.i.:

– Ontwikkel een basisinkomen
– Ontwikkel een systeem waarin de topinkomens niet meer bedragen dan vijf keer de minimuminkomens
– Vergroot de progressiviteit in de belastingen
– Verhoog de erfbelasting tot 95%
– Ontwikkel meer vaste banen en geef baangaranties
– Herstel de rol van de nutsbedrijven; energie, wonen, zorg en maak openbaar vervoer leidend i.p.v. het autoverkeer.

De internationaal gebruikte term voor deze transitie is Wellbeing Economics. Hiervoor is ook een internationale organisatie, waarvan inmiddels ook een aantal landen deel uitmaken[10].
Internationaal moet er ook het nodige veranderen. Creëer nieuwe internationale verhoudingen zonder ongelijke ruil; zonder omgekeerde ontwikkelingshulp. De internationale instituties, die ingericht zijn met neoliberale uitgangspunten en neokoloniale visies, moeten veranderen in nieuwe organisaties waarin gelijkwaardigheid en inclusiviteit vanzelfsprekend zijn.
De afspraken van Parijs en Montreal zijn uitgangspunt voor de nationale en de internationale politiek.

Verander het aandeelhouderskapitalisme

Het is al langere tijd duidelijk dat ondernemingen die ernst maken met duurzaamheid beter renderen dan klassieke ondernemingen. Toch is het nog geen gelopen race, zoals blijkt uit een kop in het FD (30-11-2022): Belegger wil niet dat duurzaamheid ten koste gaat van rendement. De winsteconomie moet stoppen. De economie moet heringericht worden. In de woorden van Christian Felber (auteur van o.m. Ware Winst): Succes meten we dan af aan sociale en ecologische maatstaven.

We moeten ook een einde maken aan de externalisering van economische en ecologische kosten: de vervuiler betaalt, de CO2- uitstoter betaalt. We moeten toe naar een systeem van true price[11]. Sociale kosten, ecologische kosten en vervuilingskosten moeten in de prijs van producten worden opgenomen.

Op het vrije internationale kapitaalverkeer moet een flinke rem gezet worden. Kapitaalbewegingen zijn er vooral om met kapitaal meer geld te maken en verstoren veel sociale en ecologische processen. Hoe vaak moeten we in de krant lezen dat de ‘markten’ ongunstig reageren op een bepaald beleid. Hoe vaak moeten we ook in de krant lezen dat lobbyisten voorgenomen beleid verstoren. Op de COP 27 conferentie waren er niet minder dan 636 lobbyisten uit de fossiele sector. Kun je je voorstellen hoe die mensen na twee weken thuiskomen en hun kinderen uitleggen wat ze gedaan hebben voor hun veilige toekomst. Lobby corrumpeert.

Aan de vrijheid, zoals markten die nu kennen, moet paal en perk worden gesteld. Markten kunnen nodig en nuttig zijn maar opereren binnen de door overheden bepaalde doelen.

Wanneer zich een crisis voordoet zoals bij Covid 19 in de behoefte aan medicijnen, of bij schaarste aan energiebronnen, dan ligt het voor de hand om de extra bedrijfswinsten af te romen. Voor energie worden nu (december 2022) plannen ontwikkeld. Maar er is niks op tegen om een algemene regel te formuleren waarbij bedrijfswinsten gemaximaliseerd worden. Om te beginnen lijkt mij 10% nettowinst een mooi bedrag. Daarnaast zou het verstandig zijn om de inkoop van eigen aandelen te verbieden. Dat heeft als enige doel om de beurskoers op te krikken en de bonussen van de CEO’s te maximaliseren. Banken moeten zich beperken tot dienstbare service-instellingen.

Sociale ondernemingen zijn het nieuwe bedrijfsmodel waarbij niet langer de winst centraal staat maar de positieve impact op een maatschappelijk probleem. Deze vorm van ondernemen groeit als kool. Dit is een groei waar ik niet op tegen ben. B-corporations die in de VS veel opgang maken zijn gecertificeerde bedrijven die vooral kijken naar hun sociale en ecologische prestaties. We hoeven niet het winst maken als zodanig te verbieden, winst kan gemaakt worden binnen de systeemgrenzen van de Aarde en binnen sociale grenzen.

De winnaarsdriehoek

De toepassing van al deze veranderende deelsystemen kunnen in dit vergezicht uiteindelijk leiden tot een ander sociaal en economisch systeem. Er zijn nog veel meer stappen te noemen, maar deze opsomming lijkt toch al heel veel op een kanteling. De destructiedriehoek is veranderd in een winnaarsdriehoek. Met als focus: een einde aan de groei.

Winnaarsdriehoek

In deze nieuwe gekantelde driehoek zijn de uitgangspunten voor elk van de deelsystemen drieledig: bescherming van natuur, van het klimaat en met sociale rechtvaardigheid. De deelsystemen kunnen elkaar versterken door van eigen belang naar maatschappelijk belang te gaan; van exclusie naar inclusie; van korte naar lange termijn; prioriteit voor de Aarde en de kleinkinderen. Dat is pas hoop.

De Aarde wint door verkleining van onze voetafdruk, burgers winnen door echte invloed en meer gelijkheid en inclusiviteit. Bedrijven winnen door meer houdbaarheid op lange termijn en werk met voldoening. De overheid wint door meer draagvlak. De enige verliezers in dit systeem zijn de superrijken en de veelverdieners. Who cares?

John Huige, januari 2023
johnhuige@planet.nl

[1] De draagbare Utopie, crisisinzicht, systemen en veerkracht in een tijd van klimaatontwrichting. Uitgeverij Boekscout, 2017

https://www.platformdse.org/wp-content/uploads/Cartesiuslezing-3-feb-2014-1.pdf

https://platformdse.org/de-put-dempen-en-ook-het-kalf-redden/

https://platformdse.org/wp-content/uploads/2016/11/PDSE-20161130-Never-waste-a-good-crisis-1.1.pdf

https://platformdse.org/piketty-plaatst-de-natuur-in-een-ongelijke-positie/

https://www.duurzaamnieuws.nl/wp-content/uploads/2021/01/danspassen.pdf

[2]Het is wel een omineus signaal dat in het nieuwe pensioenstelsel beleggingsrendement bepalend wordt voor de pensioenpotten waardoor pensioenen gaan meebewegen met de markten en iedereen dus een belang krijgt in groei.

[3]https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2589791819300040

[4]https://circulab.com/regenerative-economy-definition/

[5]https://drift.eur.nl/nl/over-drift/transities/

[6]https://www.footprintnetwork.org/nederland/

[7]https://www.teebweb.org/

[8]https://www.globalissues.org/news/2014/06/09/18808

[9]https://www.pbl.nl/ecosysteemdiensten-0

[10]https://weall.org/wego

[11]https://trueprice.org/