Footprint Justice krijgt meer aandacht

Van diverse berekeningen en rapporten weten we dat de rijke landen onevenredig veel van de Aarde gebruiken, wat tot grote sociale en ecologische problemen heeft geleid. Dat begon al in de koloniale tijden en liep door de groei van de internationale handel steeds meer uit de hand. Lange tijd werden deze ruwe getallen gehanteerd: 20% van de mensen op Aarde, vooral in de rijke landen, gebruikt ongeveer 80 tot 85% van de jaarlijks verhandelde (fossiele) energie, gronden en grondstoffen.

Climate Justice

Op grond van de grote verschillen in energiegebruik is de term ‘Climate Justice’ in gebruik genomen. De gebruikers van veel fossiele energie, ook gedurende vele jaren, zijn daarom veruit de grootste veroorzakers van de klimaatontwrichting. Zij hebben dan ook veruit de grootste verantwoordelijkheid om de klimaatontwrichting effectief tegen te gaan en armere landen zoveel mogelijk te helpen. In VN-verband wordt dat ook onderkend.

Footprint Justice

Met grondstoffen en het gebruik van landbouwgrond is het niet anders. Ook hier zien we dat de rijke landen een onverantwoord groot beslag leggen op de mondiale gronden en grondstoffen. Voor vele mensen is er bijna niets over en dat betekent armoede. Tegen die onaanvaardbare situatie wordt nauwelijks iets ondernomen. Om dat aan de kaak te stellen ben ik een paar jaar geleden de term ‘Footprint Justice’ gaan gebruiken, en schreef er een essay over, dat op de site van Resilience in de VS is gepubliceerd.

Mondiale voetafdrukken

Om positief stelling te nemen is het uitgangspunt ‘A Fair Earth Share is a Human Right’ bedacht. Het interessante is dat dit tegenwoordig gekwantificeerd kan worden. Met het model van de ‘Ecologische Voetafdruk’ worden door het Global Footprint Network elke twee jaar de gemiddelde mondiale voetafdrukken van alle landen berekend. De onderlinge verhoudingen, die met hetzelfde model zijn berekend, bieden de wetenschappelijke getallen van de ongelijke verdeling tussen landen. Met steun van het Platform Duurzame en Solidaire Economie wordt het project verder ontwikkeld. De bedoeling is het recht op een ‘Fair Earth Share’ uiteindelijk vastgelegd te krijgen in het internationale recht. Zie de zogenaamde ‘two pager’ (in het Engels) met de belangrijkste stappen die reeds gezet zijn.

Steunverklaring

Er zijn met diverse personen en organisaties contacten gelegd, en zo is het plan ontwikkeld om bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag een ‘Advisory Opinion’ aan te vragen. Het project is nu in de fase gekomen dat er een paar landen worden gezocht, liefst een rijk land en een land met een laag nationaal inkomen, die genoemde stelling op de agenda van de Verenigde Naties willen zetten. Daarna mogen alle landen zich tegenover het Internationaal Gerechtshof erover uitspreken, en volgt er een uitspraak van de rechters. Belangrijk daarvoor is de steunverklaring die gezamenlijk is afgegeven door de hoogleraren Hans Opschoor, Jan Pronk en Nico Schrijver.

Wellbeing Economy Governments

Met genoemde verklaring wordt nu gezocht naar bijvoorbeeld landen met een nieuwe visie op economie, zoals bijvoorbeeld Schotland, IJsland, Nieuw Zeeland, Wales en Finland, die zijn gaan samenwerken als de Wellbeing Economy Governments (WEGo). Katherine Trebeck is een van de initiatiefnemers van de Wellbeing Economy Alliance en grondlegger van dit nieuwe economische gedachtegoed, waarin de focus ligt op welzijn en niet enkel op materiële welvaart. Deze landen geven dus voorrang aan nieuwe indicatoren, die ze belangrijker vinden dan het Bruto Nationaal Product. Via WEGo is nu de vraag uitgezet of zij het initiatief willen nemen de genoemde ‘Advisory Opinion’ aan te vragen.
________________________________________
Jan Juffermans, landelijk actief voor de Werkgroep Voetafdruk Nederland en het Platform Duurzame en Solidaire Economie.
Boxtel, 22 januari 2021