Onlangs is van Rob de Wijk het boek De nieuwe revolutionaire golf. Waarom burgers zich van hun leiders afkeren (2016. AUP. 19,95 euro) verschenen. Het is een zeer informatief en goed geschreven boek. De grondgedachte ervan is dat er doorgaans een – stilzwijgend – contract bestaat tussen overheden en burgers waarbij burgers overheidsgezag aanvaarden als hun bepaalde zekerheden worden geboden. Die zekerheden in de vorm van welvaart en veiligheid worden tegenwoordig in allerlei delen van de wereld ondermijnd en daardoor ontstaan populistische bewegingen die het overheidsgezag ondermijnen.
Economische groei wordt zonder enige reserve als een goede zaak beschouwd
Bij de uitvoerige analyse daarvan wordt aan de mondiale milieucrisis nauwelijks aandacht besteed. Het rapport aan de Club van Rome wordt nergens genoemd. Economische groei wordt zonder enige reserve als een goede zaak beschouwd en er wordt geen woord gewijd aan het streven om maatschappelijke ontwikkelingen ook naar andere criteria te beoordelen dan de groei van het BBP.
Niet alle uitdaging worden besproken
Op bladzijde 75 noemt de Wijk ‘een aantal andere grote uitdagingen zoals klimaatverandering en een dreigende grondstoffenschaarste die ook nog niet is opgelost’. Hij zegt dan in dat hoofdstuk deze fundamentele ontwikkelingen verder uit te diepen. Maar dat gebeurt niet! Op bladzijde 105 wordt de lage groei van de Europese bevolking een probleem genoemd, maar de groei van de wereldbevolking wordt nergens in het boek als een probleem aangeduid.
Verschillende malen wordt TTIP genoemd (p. 164- 166), maar de milieubezwaren er tegen worden niet serieus genomen en, in tegendeel, bestreden. Op p. 171 schrijft hij: ‘Maar de protesteerders tegen handelsverdragen protesteren in feite ook tegen interdependenties en dus tegen stabiele en vreedzame internationale betrekkingen’. Een behandeling van de uitputtings- en vervuilingsaspecten van grondstoffenwinning ontbreekt maar wel wordt (op p.230) terloops kritiek geleverd op de strijd tegen proefboringen voor schaliegaswinning. Op p.248 wordt gezegd dat de EU zich voor welvaart en veiligheid moet inzetten, maar over de rol van de EU bij milieubescherming wordt nergens in het boek iets gezegd.
Kortom, weer een boek van een auteur die na vijftig jaar milieubesef nog niet begrijpt dat we de ontwikkeling van de kwaliteit van de Aarde bij mondiale maatschappelijke ontwikkelingen moeten betrekken.
Egbert Tellegen