Deze bijdrage van PDSE-lid Frans van der Steen werd niet geplaatst op de opiniepagina van de Volkskrant. Gegeven de lopende discussies rond de stikstofproblemen en onze voedselvoorziening in het algemeen plaatsen we het stuk graag op onze site, maar dat betekent niet automatisch dat we hieronder een ‘PDSE-standpunt’ weergeven.
Te weinig mensen beseffen dat onze voedselketen niet alleen de belangrijkste oorzaak is van de overmaat aan stikstof in ons milieu. Van alle productieketens is de voedselketen de belangrijkste oorzaak van vrijwel alle grote milieuproblemen: voor zeker 25% van gevaarlijke klimaatverandering, voor 80% van het tekort aan zoetwater en met stip de belangrijkste oorzaak van de snelle afbraak van biodiversiteit, het verdwijnen van bossen en oerwouden, verwoestijning, bodemdegradatie, verzuring en plasticvervuiling van de oceanen en de overmaat aan fosfor in het milieu.
Dit is geen mening, maar harde wetenschap. Wie niet begrijpt of wil begrijpen dat dit nu al levensbedreigend is voor honderden miljoenen mensen, en in de niet meer verafgelegen toekomst ook voor ons, is iemand die het weinig kan schelen hoe het anderen of onze kleinkinderen vergaat. Het lijkt er sterk op dat onze blokkeerboeren niet verder willen kijken dan hun neus lang is en alleen hun kortzichtige eigenbelang voor ogen hebben. En dat terwijl er vrijwel geen beroepsgroep is die zoveel miljonairs telt en bovendien een hoog gemiddeld inkomen heeft.
Er is geen land in de wereld waar boeren verhoudingsgewijs zo weinig voedsel voor de eigen bevolking produceren en zoveel exporteren als ons steeds minder koude en steeds minder kikkerlandje. Wat dagelijks op ons bord ligt, hebben wij vooral te danken aan buitenlandse boeren die door goedkoop transport en door goedkopere grond en arbeid met minder kosten kunnen produceren. Dat legt een stevige druk op onze boeren om alsmaar goedkoper en dus grootschaliger te produceren en zich daarvoor diep in de schulden steken.
Milieumaatregelen zijn dan een kostenpost die, gezien de moordende concurrentie, te weinig in de prijs van voedsel doorberekend kan worden. Samen met onvoorspelbare ontwikkelingen op de wereldvoedselmarkt maakt dit een aantal boeren uitermate kwetsbaar. Aan de schuldenklem waar veel boeren inzitten, hebben veel partijen meegewerkt: de banken, de politiek, de LTO, Friesland Campina, de supermarkten, de fok- en voederindustrie, bouwers van stallen, machines en luchtwassers en niet te vergeten de Wageningen Universiteit. Gelukkig lijkt daar nu een zekere kentering gaande.
Wie daar juist geen schuld aan hebben zijn het RIVM, het Planbureau voor de Leefomgeving en milieuorganisaties die steeds gewaarschuwd hebben voor deze race naar de bodem en het stevig overschrijden van milieunormen, met alle gevolgen voor onze leefomgeving. Veel boeren zijn kritiekloos meegegaan in een risicovolle, niet houdbare landbouwpraktijk. Zij zijn tegelijkertijd dader en slachtoffer. Zonder hulp van een regulerende en ondersteunende overheid, bewustere consumenten en eerlijkere prijzen blijven zij in een klem zitten waar bijna niet uit te komen valt.
Onze blokkeerboeren leveren een achterhoede gevecht, want het is zonneklaar dat, om uit de problemen te komen, het onontkoombaar is dat de voedselketen vergaand wordt verduurzaamd. Laten we onze hoop daarbij vestigen op onze landbouwminister Carola Schouten die met haar ambtenaren tot het inzicht is gekomen dat niet in de eerste plaats technologie – hoewel die behulpzaam kan zijn – maar duurzame kringlooplandbouw de weg uit de huidige landbouwcrisis is. Zij houdt zich vrouwmoedig staande onder de niet aflatende druk die – deels door haar eigen achterban – op haar wordt uitgeoefend. Het is jammer dat de toezegging is gedaan dat geen boerenbedrijf gedwongen zal worden om te stoppen. Maar ondanks dat is de landbouwvisie die er nu ligt een overduidelijke breuk met een beleid gericht op alsmaar groter en goedkoper.
Wij zouden weer een fantastisch boerenland kunnen worden met een prachtig gevarieerd landschap, met kleinschaligere landbouw op vruchtbare, levende grond. Een landbouw waar liefdevol met een veel kleiner aantal dieren wordt omgegaan en waar veel meer boeren dan nu met het produceren van duurzaam, gezond en kwalitatief hoogwaardig voedsel een goede boterham kunnen verdienen. Laten we hopen dat deze ontwikkeling in 2020 met steun van veel boeren in gang wordt gezet, zodat we daar in 2030 met gepaste trots op terug kunnen kijken.
Frans van der Steen
Voorzitter Stichting Lokaal Voedsel Den Haag
Lid Platform DSE