Vele jaren nam ik in de jaren ’80 van de vorige eeuw deel aan het Kritisch Landbouw Beraad van gewone boeren met velden vol aardappelen en stallen vol varkens. Zij wilden het duurzamer doen, tegen een normaal inkomen. Een lid, Krelis, vertelde. Hij had 80 koeien. Komt de man van de bank langs. “Krelis, je moet echt naar de 120, wil je het volhouden.” Nieuwe lening, stal erbij. Rente en aflossing noopten tot extra productie. Twee jaar later: “Krelis, je moet nu heus naar de 160.” Nieuwe lening, stal uitgebreid. Die bankman moet je niet zien als een kwade opjager, hij had het beste voor met Krelis.
Maar in de huidige economie is er nu eenmaal groeidwang. En deze wordt veroorzaakt door het geld dat geacht wordt te ‘werken’ -zeg maar, te doen werken- en zo zich te vermeerderen. Het jaagt de hele bedrijvigheid op. Vandaar permanente schaalvergroting, versnelling, telkens meer ‘efficiëntie’. Verscherping van de concurrentie ook, met permanente bezuinigingen. Die bankman is slechts een lakei van dit systeem, zo ook zijn bazen. En de boeren? Arbeiders in buitendienst! Eens was ik op Urk. De vissermannen daar leerden mij wie hun grootste visser was. De bank. Om modern geëquipeerd uit te varen moet je je meestal in de schulden steken. Net als bij de boeren waren er rijke mannen onder, maar het merendeel toch ook, gezien vanuit het kapitaal, arbeiders in buitendienst.
De bancaire kredietverlening (zorgt voor het meeste geld in omloop) heeft zeker een goede, faciliterende functie. Maar, zoals beschreven, heeft het ook een knechtend en opjagend effect. Als die te groot wordt, is er een systeemverandering nodig. De geldaccumulatie zit vooral bij de aandeelhouders van de banken, en – wat de landbouwsector betreft – bij de bedrijven die zorgen voor diervoeding, kunstmest en bestrijdingsmiddelen en ook voor productverwerking (Friesland Campina en andere zuivelgiganten, de veevoedergigant De Heus, Unilever) en productdistributie, zoals supermarkten. Sommige eigenaars ervan zijn zeer rijk geworden. Maar tegelijk blijven alle gebukt onder de eis tot winst maken en de groeidwang. Aandelen zijn mobiel; ergens meer rendement te halen en, hup, ze verkassen. Dat betekent extra druk op de bedrijven. En in het algemeen: hoe mobieler het kapitaal, hoe instabieler de economie.
De geldgedreven groeidwang maakt dat bedrijven constant maximaal moeten produceren en hun producten kwijt zien te raken. Een zeer onintelligent systeem dat de biosfeer ernstig verstoort. Het consumentisme is daar een afgeleide van, al wordt dat ook enthousiast met kredietverlening opgeklopt. Denk ook aan de enorme markt van kapitaalgoederen waar hetzelfde aan de hand is; een goede machine vandaag is morgen te traag en dus ouderwets (zoals ook vaak de bediener ervan). Dat productivisme maakt dat met name boeren al gauw hardhandig tegen ecologische grenzen worden geduwd; en er overheen. Dit geldt voor de meeste ondernemers, maar daar is de schade aan de Aarde meer indirect. Bij dat Kritisch Landbouw Beraad zaten twee destijds al biologisch werkende boeren. Gelukkig is hun aantal inmiddels toegenomen, maar we lopen zeer achter vergeleken bij een land als Oostenrijk.
Het probleem is dat de geldmacht, hoewel alomtegenwoordig, voor het gros van de mensen onzichtbaar is. Wie of wat heeft net die sociale woningen gekocht om er dure flats van te maken? Wie of wat heeft net dat bedrijf gekocht om het in stukken weer te verkopen? De meeste mensen zijn zich niet bewust van de geldmacht en zijn tentakels (wel de elite, maar die heeft de rest van de bevolking op een flinke afstand gezet).
Wat het boerenprotest betreft, waar zouden zij en alle ondernemers nu tegen moeten protesteren, in plaats van tegen ministers en politici, die immers ook maar onderdeel zijn van een schadelijk groeisysteem? Zij zouden zich moeten keren tegen de geldgedreven groeidwang, tegen de nu totalitaire geldmacht. Tegen het systeem van mobiele aandelen, de gelegaliseerde onverantwoordelijkheid van het kapitaal, zoals een Noorse econoom het eens noemde. Er zou ook geageerd moeten worden tegen de maar voortgaande verrijking die elders voor evenzeer zich uitbreidende verarming zorgt.
Bij de boeren zitten rijkaards, vaak verbonden met grote bedrijven. Hun belang is houden wat je hebt. Maar het merendeel van de boeren is dat niet en zou gebaat zijn met een structurele verandering, een flinke omslag. Het geldt voor bijna álle ondernemers. Zij hebben niets te verliezen dan de ketenen waarmee ze aan de geldmacht vastgebonden zijn. Niets minder dan een opluchtende bevrijdingsoperatie! Met als gevolg dat zij weer ten volle verantwoord kunnen ondernemen en dat bijvoorbeeld de opbrengst kan schommelen -normaal in de landbouw- zonder dat armoede of faillissement dreigt. Er kan alvast veel in deze richting bereikt worden met belastingmaatregelen en subsidies. Er is in boerenland al genoeg in beweging om te ondersteunen.
Als je met mensen doorpraat, komen ze vaak tot de conclusie dat eigenlijk alles anders moet. En zo is het ook. Of het nu stikstof is, de opwarming van het klimaat of de sociale ongelijkheid – het vraagt om een grote ommekeer. Weg uit het, zeg maar kapitalistische systeem van geldvermeerdering, groeidwang en continue productie. Overal in de wereld zijn er al talloze opzetten en experimenten die in een meer intelligente richting gaan. Lokale economieën waaraan iedereen deel neemt, met burgerberaden, buurtmoestuinen en eigen tuinbouwbedrijven, plaatselijke energieopwekking, buurttransport, algeheel reparatie en hergebruik, lokaal geld – alles bij elkaar gezet een hoopvolle toekomst. Overal van de grond gekomen, kun er heel veel mensen mee voeden.
Ach, beste mensen, het is heel vervelend van die schier onontkoombare klimaatopwarming, maar we zouden van onze Aarde toch nog een prachtige planeet kunnen maken. Met een gezonde landbouw en tevreden boeren overal! Moeten we wel de ‘root of all evil’ aanpakken. Met ons allen.
Willem Hoogendijk
Stichting Aarde