Workshop 6 – Landbouw – vervolg (2)


Deze veronderstellingen leiden echter tot problemen (zie stand van zaken). De huidige dominante logica van voedselketens is er één van trage constante groei van vraag, meer en teveel productie, verwerkers kopen grondstoffen, integreren en consolideren deze, lage prijzen aan consument, steeds meer megabedrijven voor productie. De prijs van voedsel in winkels daalt, kleinere bedrijven worden weggeconcurreerd. De stedelijke bevolking groeit en de vaag ook.

In het Noorden heerst een overvloed aan voedsel, terwijl er in het Zuiden een tekort is. Dit leidt tot concurrentie tussen mensen die voedsel verkopen, voor steeds lagere prijzen. Uiteindelijk komen er vrij weinig verse producten op de markt: van de 3,000 variëteiten van appels komen slechts enkele in de schappen. Het zijn voornamelijk verwerkte producten op basis van grondstoffen als suiker en soja die in de schappen komen te liggen.

De machtspositie in de marktketen in Europa ligt bij supermarkten, aankopers en verwerkers. Alle producten worden gekocht door slechts 110 aankopers, wat Claes de flessenhals van Europa noemt. Supermarkt keten Tesco houdt veilingen voor toeleveranciers, waarop de laagste bieder aan de supermarkt mag verkopen. De laatste tien jaar is de druk op de marktketen duidelijk verschoven van de verwerkers en halfverwerkers naar de aankopers. Voedselketens werden voorheen gestuurd door aanbod gestuurde productie (gemeenschappelijk landbouw beleid) gesubsidieerd door de overheid. Nu wordt de voedselketen gestuurd door de privé-sector, namelijk de multinationale ketens die zaad, inputs en de warenhuizen in handen hebben. In Costa Rica kwam in 10 jaar tijd 90% van de voedselketen in handen van Walmart. In Zuid Amerika wordt nu al 60% van de voeding verkocht in grootwarenhuizen, waardoor de grootste macht in handen komt van Walmart. Landbouw wordt steeds meer gedreven door de markt en private spelers en daarnaast de consument.

Volgens Claes kunnen we de landbouw redden door een waardeverschuiving: weg van het marktdenken en toe naar integratie van sociale en ecologische waarden . De grote vraag is hoe we dit kunnen bereiken. Moet dit vanuit de overheid aangestuurd worden, vanuit de civiele maatschappij komen, consumenten, private actoren of de landbouwsector?

Er zijn verschillende scenario’s denkbaar waarin men bijvoorbeeld economische/ sociale waarden kan afzetten tegen ecologische waarden. Als de markt logica dominant blijft kan er geen consensus bereikt worden over hoe er naar een waardeverschuiving toegewerkt kan worden. Lobbygroepen hebben niets meer te vertellen ten opzichte van bedrijven. NGOs, overheden en consumenten kunnen dat voor ons oplossen. De waardeverschuiving kan bewerkstelligd worden door ketenverbetering die vraaggestuurd wordt.

De oplossing:
1) Niches en pioniers: zij geven aan hoe het zou moeten zijn en bewijzen dat het kan, bijv. Fair Trade-, Bio-, en Streekproducten.
2) De grotere omslag: kan gemaakt worden door labels die worden doorgevoerd in supermarktketens zoals Kikkertje van Rainforest Alliance / bananen / thee, die verleggen door hun marktpositie de standaarden naar een hoger niveau, ondanks dat ze minder goed zijn dan die van de niches en pioniers. Het zijn de groten die een grote verbetering teweeg weten te brengen.

Volgens enkele deelnemers aan de discussie was het te laat om te pionieren en is het de hoogste tijd voor drastische veranderingen.

Discussie
Genodigde discussianten waren: Guus Geurts (Platform Aarde Boer Consument & Vóór de Verandering), Jean-Pierre De Leener (Vlaams Agrarisch Centrum), Riky Schut (Werkgroep Landbouw en Inkomen), Luc Vankrunkelsven (Wervel), Theo Koekkoek (voorz. Vakgroep Akkerbouw, ZLTO), David Renkema (Oikos), en Joost Visser (onderzoeker).

Allereerst stelden de discussianten zichzelf voor en deponeerden hun standpunten.

Guus Geurts stemde in met het volgens hem verontrustende verhaal van de inleiders. Hij stemde echter niet in met de tweede spreker toen hij zei dat er meer voedsel is dan vroeger. Tot de jaren ’70 / ’80 hadden we een goed landbouw systeem wat aan de kant is geschoven door multinationals en liberalisering. Er moet meer rendement gehaald worden op investeringen en dit gaat ten koste van de boer. De oplossing is het reguleren van de markt op Europees of WTO niveau. De WTO miste in de inleidingen terwijl het momenteel de enige wereldregering is. De mondiale voetafdruk moet hersteld worden door zelfvoorzienendheid van voedsel, energie etc. Nu importeren we meer dan we exporteren. Het beleid moet zo hervormd worden dat landen zich weer mogen beschermen en boeren weer een goede prijs krijgen voor hun producten. Lokale productie kan via een systeem van heffingen beschermd worden, ook in ontwikkelingslanden. Er worden nu subsidies uitgegeven om de landbouwsector uit te bouwen. Dit moet ingezet worden voor duurzame voedsel en energie productie.

Vervolg >>>