Workshop 6 – Landbouw – vervolg (1)


De volgende specifieke stellingen/ vragen golden voor de landbouw workshop:

Het huidige landbouwsysteem is niet gericht op wereldwijde voedselzekerheid. Er wordt genoeg geproduceerd voor iedereen, maar niet iedereen kan het kopen.
Een drastische aanpak van de grootschalige problemen van sociale en ecologische aard kan niet zonder de erkenning van de strategische betekenis van deze sector.
Kan de landbouwsector een voorhoedepositie ontwikkelen in de strijd voor duurzaamheid, en zo ja, hoe?

Inleiding Jan Douwe van der Ploeg
Download

Als basis voor de discussie dienden twee presentaties. De eerste presentatie werd verzorgd door Jan Douwe van der Ploeg, hoogleraar aan Wageningen Universiteit, met de titel Een comfortabele waarheid – Groei naar een duurzame en solidaire economie. Invalshoek van deze inleiding was dat landbouw altijd in wisselwerking is met de bredere samenleving, de natuur en de mensen die in de landbouw sector werken. Oorspronkelijk ontstonden agrarische crises met name als de landbouw populatie in ongerede raakte. De huidige landbouw crisis is echter een crisis van duurzaamheid en de gehele maatschappij, en is wereldwijd. Deze crisis is complex en heeft vele wisselwerkingen. In het westen heerst er onvoldoende erkenning van de crisis.
Van der Ploeg gaf twee voorbeelden ter illustratie van de landbouwcrisis:
1) Wereldwijde honger, waarvan een halvering is afgesproken binnen de Millennium Development Goals. Het aantal hongerlijdende mensen is afgenomen met 3 miljoen, maar in de toekomst zal honger mogelijkerwijs toenemen.
2) Wereldwijd zijn er 1 miljard peasants, direct betrokkenen bij landbouw productie, welke voor hun aspiraties afhankelijk zijn van landbouw. Maar voor mondiale landbouw is de toekomst geblokkeerd. In Brazilië is een nieuwe terugkeer naar het platteland waarneembaar, onder andere vanwege een ontvluchting van menselijk afval in de stad. De landbouw sector biedt echter onvoldoende mogelijkheden om een inkomen te verdienen. Dit is niet alleen het geval in ontwikkelingslanden. Ook in het westen heerst een immens gevoel van ontevredenheid (de Franse boer Jose Bové brengt dit al sinds enige tijd onder de aandacht).

Van der Ploeg legt uit dat er voedsel imperia ontstaan. Deze worden gekenmerkt door monopoliënde netwerken, waar omheen het steeds moeilijker is om te opereren. Voedsel imperia zijn wereldwijde netwerken die voedsel ombouwen van een natuurlijk product tot een artificieel product.

Voorheen waren lokale hulpbronnen verspreid. Nu weten imperiale netwerken zich deze hulpbronnen toe te eigenen waardoor ze alleen benut kunnen worden vanuit voedsel imperia en niet meer door de lokale bevolking. De hulpbronnen voegen niets meer toe aan de lokale samenleving. Imperia produceren niet alleen maar voedsel om de wereldbevolking te voeden, maar op de Empire te voeden. Het klassieke patroon van veelheid aan koppelingen in de lokale situatie wordt doorbroken door schaalvergroting (bijvoorbeeld in de zorgsector) en tendering in Europa. Dit blijkt onder andere uit onderzoek in Noord Limburg. Wat volgt is een eenduidig aanbod van nieuwe bedrijven die hun producten elders halen, waardoor de lokale economie toenemend overbodig wordt. Dit is een identiek uitsluitingsmechanisme in vergelijking met het voorbeeld in Peru.

Jan Douwe van der Ploeg noemt drie uitwegen:
1) Landbouw beoefening moet weer gebaseerd worden op ecologisch kapitaal, sociaal kapitaal en cultureel kapitaal, naast economisch kapitaal en ingebed zijn in de bredere samenleving;
2) Landbouw beleid moet minder georienteerd zijn op agri-business en financieel kapitaal en zich meer richten op sociaal en cultureel kapitaal;
3) Voor parameters om landbouwstelsels te beoordelen moeten evenwicht en gelijkheid centraal staan en doorslaggevende zijn. Nu te veel op economische grondslagen gebaseerd.

Inleiding Chris Claes
Download

De tweede presentatie “Naar een waardenverschuiving binnen de dominante logica van voedselketens”, werd gegeven door Chris Claes van de ngo Vredeseilanden. Chris Claes sloot zich aan bij van der Ploeg’s verhaal, maar legde de nadruk op waardeverschuiving.

Claes begint met een stand van zaken: Bevolkingsgroei naar 9,2 miljard waarvan 850 miljoen leven van minder dan 1 dollar, 40% van de bevolking afhankelijk van landbouw, armoede vooral op het platteland, moerasgronden zijn gehalveerd in 40 jaar tijd, bos is gehalveerd, 70 % visbestanden overbevist, 2/3de van de landbouwgronden lijden onder bodemdegradatie en de mondiale economie is verdrievoudigd sinds 1980.

De dominantie marktlogica gaat er vanuit dat hebzucht en verwervingsdrang leiden tot efficiëntie en sociaal optimale resultaten. WTO, IMF, WB en onze regeringen worden door deze veronderstelling geleid en ook de landbouw sector gestoeld.

Vervolg >>>