Workshop 6 – Landbouw – Teksten en verslagen – Tilburg 2008

verslag Didi van Dijk


Download

Inleiding
Tijdens de conferentie Een comfortabele waarheid, over eerlijk economisch meten, werd er in deze workshop gediscussieerd over de rol van landbouw.

In het programma viel te lezen dat “de agrarische sector een cruciale rol vervult in de discussie over economische groei. Het bestaan van mensen is allereerst afhankelijk van wat landbouw, veeteelt en visserij voortbrengen. De sector legt een belangrijk beslag op de ecologische mogelijkheden van natuur en milieu, en wordt ook het eerst geconfronteerd met de beperkingen daarvan. Bovendien is zij zeker in ontwikkelingslanden van grote betekenis voor werk, inkomen en zelfvoorziening van omvangrijke groepen van mensen.”

Crisis in de landbouwsector
Er was grote overeenstemming over het feit dat er een crisis gaande is in de landbouwsector. Volgens Jan Douwe van der Ploeg is er onvoldoende erkenning van deze crisis in het westen. De inleiders waren het er ook over eens dat de crisis voortkomt uit een dominant marktdenken, waarin te weinig ruimte is voor sociale/ culturele en ecologische waarden. Zo komen lokale hulpbronnen allemaal in dienst te staan van wereldwijde voedsel imperia, waardoor lokale situaties worden verstoord en kleine boeren worden weggedrukt. De markt wordt bepaald door de aankopers van landbouwproducten (winkelketens), in plaats van de producenten en consumenten.

Oplossing voor de landbouwcrisis
Beide inleiders verschilden in hun opvatting over de juiste oplossing voor de crisis. Jan Douwe van der Ploeg stelt dat 1) Landbouw beoefening weer gebaseerd moet worden op zowel ecologisch, sociaal, cultureel, als economisch kapitaal en deze moet ingebed zijn in de bredere samenleving; 2) Landbouw beleid minder georiënteerd moet zijn op agri-business en financieel kapitaal en zich meer moet richten op sociaal en cultureel kapitaal; 3) Parameters om landbouwstelsels te beoordelen moeten evenwicht en gelijkheid centraal stellen, in plaats van economie. Chris Claes meent dat een waardeverschuiving de crisis kan redden. Deze waardeverschuiving kan bewerkstelligd worden door ketenverbetering die vraaggestuurd wordt. Belangrijk in deze waardeverschuiving zijn 1) Niches en pioniers die laten zien dat het anders kan; en 2) De grotere omslag door bedrijven die niet voorop lopen, maar wel een groot publiek weten te bereiken.

In de discussie werden andere oplossingen geopperd voor de landbouw crisis. Ten eerste werd genoemd dat landbouw wereldwijd wordt beïnvloed door de WTO, dus dat daar verandering zou moeten komen. Totale liberalisering kan niet in de landbouw. Daarnaast zou lokale productie via een systeem van heffingen beschermd kunnen worden, ook in ontwikkelingslanden. Subsidies zouden beter moeten worden afgestemd op het productiesysteem van de boer. Sociale voorzieningen zouden behouden moeten worden, want het inkomen is de basis voor het bestaan en zonder inkomen kan er geen milieubeleid gevoerd worden. Verder kan de overheid illegale activiteiten aan de kaak stellen op grond van ethische bezwaren en bedrijven laten betalen voor de schade die ze veroorzaken. Allianties van boeren en consumenten in ontwikkelingslanden en andere actoren in de samenleving, zijn van groot belang. Er moeten aanknopingspunten gezocht worden voor duurzaam beleid binnen de voedsel imperia door middel van keten verantwoordelijkheid / MVO / tegenmacht van coöperaties vanuit landbouw tegenover particuliere ondernemingen. Als alternatief voor de marktgestuurde productie werd het syndicalistische bedrijfstype genoemd.

Er was onenigheid over de rol van de consument. Aan de ene kant werd gesteld dat de consument leidend is, terwijl er door anderen gesteld werd dat de consument uiteindelijk alleen voor de eigen portemonnaie kiest. Het werd belangrijk geacht dat de consument in ieder geval goed geïnformeerd wordt zij het via de media of door middel van labels.

Ten slotte werd genoemd dat landbouw van oudsher een heel duurzame sector is, omdat het grondgebonden is en het denkt in generaties. Bovendien lijkt de industriële landbouw in een crisis te verkeren en lijkt de boerenlandbouw de toekomst.

Gedetailleerd verslag
De workshop werd voorgezeten door voormalig minister van Landbouw, Cees Veerman.

De centrale stellingen voor deze workshop waren dezelfde als die voor de gehele conferentie:

1) Mens- en natuurwaarden gaan uit boven geldelijke belangen. Daarom moeten duurzame en solidaire welvaartsindicatoren leidend zijn bij het nemen van economische beslissingen.
2) Het huidige begrip en beleid van economische groei moet op de helling:
verschuiving van materiële naar immateriële welvaartsvergroting
verschuiving van meer naar minder belasting voor mens en natuur
primaat van herverdeling boven verrijking
3) De urgentie van de hedendaagse sociale en ecologische problemen vereist drastische veranderingen van de economie, op basis van een sociaal contract.

Vervolg >>>