Wanneer wordt de economie nu eindelijk eens volwassen? – vervolg deel2

Teksten en verslagen

Wanneer wordt de economie nu eindelijk eens volwassen? – vervolg

Susan George heeft het laatste woord. Zij benadrukt de urgentie van de problemen en de daaruit volgende noodzaak van majeure ingrepen. Een van de dingen die zij belangrijk vindt om nog mee te geven is de noodzaak voor “een nieuw Groot Verhaal”, een samenlevingsvisie waar iedereen een rol in kan hebben, vergelijkbaar met de Verlichting, of de Griekse Democratie.
“Dit verhaal zal uit Europa moeten komen, in de VS zie ik dat niet zo snel gebeuren”.
De vraag is of de ruimte voor nieuw beleid er zal komen doordat we dat samen mogelijk maken, of doordat er eerst nog grotere rampen moeten gebeuren? We kunnen niet de elite naar de guillotine sturen, dus moeten we het doen met de verhoudingen zoals we die aantreffen. Er zijn brede coalities van sociale krachten nodig, en hopelijk zal deze conferentie daar een bijdrage aan leveren.

Vragen uit het publiek
Een eerste vraag is gericht aan Arnold Heertje: Wat vindt hij van alternatieve aanvullende economische projecten zoals prof. Lietaer zoals lokale ruilsystemen (LETS)?
Heertje ziet er niets in, “daar moeten en kunnen we het niet van verwachten”.
Het vraagstuk is dat er wereldwijd een toename aan liberalisme in de zin van de mate van persoonlijk vrijheid is, maar tegelijkertijd meer en meer coördinatie nodig is. Waar het om gaat is op welk niveau die coördinatie plaatsvindt en hoe we dat organiseren. We moeten dat lokaal aanpakken, maar er is ook wereldwijde coördinatie nodig, bijvoorbeeld als het gaat om het energievraagstuk, ontbossing etcetera.

Enkele vragen zijn gericht aan Susan George: of zij instemt met de constatering dat we van een vliegtuigeconomie (alleen vooruit) naar een ‘helikoptereconomie’ moeten (die ook pas op de plaats of achteruit kan). En of ze eveneens instemt met de constatering dat we van een aanbodeconomie moeten naar een vraageconomie ‘binnen ecologische grenzen’.
Verder wil iemand weten welke culturele verandering de elite zouden kunnen dwingen om ander beleid toe te staan.
Volgens Susan George moeten we proberen die rijke bovenlaag met iets op positiefs warm te krijgen dat niet in de eerste plaats om geld gaat, zoals in de tijd van de New Deal het geval was. Want anders willen ze alleen zoveel mogelijk voor zichzelf binnenhalen en dat vervolgens houden, “alles voor ons en niets voor de rest”.
Er zijn twee manieren om ze daar vanaf te brengen: met dwang en wetten en belastingen, maar dat staan ze moeilijk toe. Of door ze op een andere manier over de streep te trekken, bijvoorbeeld door een beroep te doen op hun eergevoel. Misschien is het wel te laat voor dat laatste, maar laten we er in ieder geval samen over brainstormen.

Wat betreft het ingrijpen in financiële markten (de eerste vraag) wijst George op de noodzaak om de belastingvrijhavens aan te pakken en de macht van de sterk opkomende hedgefunds. Iemand moet ze stoppen, maar het probleem is dat er nauwelijks regels zijn in de wereld van de internationale financiële markten.

Arnold Heertje heeft desondanks goed nieuws: de kredietcrisis heeft ervoor gezorgd dat de financiële wereld nu inziet dat de risico’s te groot worden en ze vragen nu zelf om ingrijpen door Bernanke (hoofd van de Amerikaanse federale bank, not.) en Trichet (hoofd van de Europese Centrale Bank). De (financiële) wereld lijkt door schade en schande toch wijzer te worden. Economen hebben belangrijke kennis over welke prikkels welk effect hebben en welke dus geïmplementeerd kunnen en moeten worden.

Een volgende vraag uit de zaal is of er geen meer concrete econometrische beleidsmodellen naar voren geschoven kunnen worden met alternatieve indicatoren die van invloed zouden kunnen zijn om de heersende instituties aan te passen. Bob Goudzwaard wijst op een conferentie in Brussel die onder meer door de Europese Commissie werd georganiseerd onder de titel ‘Beyond GDP’ (vrij vertaald: ‘Het BNP voorbij’). AntoonVandevelde acht het pleidooi voor een nieuw ‘goed verhaal’, van een nieuwe mythe zeer interessant. Daar gaat de economie van het geluk in feite ook over. Opvallend is de angst die er tegenwoordig heerst onder mensen over de economische toekomst. De meerderheid denkt dat zijn of haar kinderen het slechter zal krijgen dan nu. Wat we zouden moeten bereiken is dat we een perspectief schetsen waarin die angst weggenomen wordt en mensen begrijpen dat geluk niet afhankelijk is van zo veel mogelijk hebben. We moeten inventariseren wat de obstakels voor fundamentele oplossingen zijn. Economische groei is een soort makkelijke win-win-situatie, een manier om conflicten uit de weg te gaan en iedereen wat te geven. Als je zegt ‘we willen geen economische groei’ dan heb je een moeilijker verhaal, en je moet goed nadenken over hoe je dat brengt zonder de angst verder aan te wakkeren.