Verslag workshop 4

14 deelnemers, inclusief inleiders, daarmee zat het zaaltje vol.

Introducties waren er van Koos de Bruijn (Jubilee NL en Tax Justice Nederland) en Ted van Hees (Oxfam Novib) beide ook actief in Platform DSE. De gespreksleiding was in handen van Burghard Ilge (Both Ends). Het verslag is van Kees Hudig (globalinfo.nl en Platform DSE).

Het grootste deel van de tijd ging op aan het uiteenzetten van de twee campagnes, en discussies en vragen daarover. Het leverde een verhelderende bijeenkomst op. Aan het einde spraken de aanwezigen zich in het algemeen uit voor de door de twee inleiders voorgestelde campagnedoelen. Maar er was niet meer echt tijd om een ‘roadmap’ daarvoor uit te werken.

Burgard Ilge schetste als inleiding hoe met de financiele crisis de aandacht is gekomen voor regulering van de internationale financiële structuur. Ook mogelijkheden voor internationale financiële belastingheffing zijn nu duidelijker op de agenda, gecombineerd met een besef van een gebrek aan ‘global governance’. De focus komt nu te liggen op de kapitaalstromen die van Zuid naar Noord plaatsvinden. Er zijn twee ‘stromingen’ te onderscheiden: ten eerste die van tax avoidance of evasion en het klassieke schuldenwerk. En daarnaast de Financial Transaction Tax en internationale schuldenvraagstuk. Beide komen hier aan bod.

FTT

Ted van Hees stak van wal over de Financial Transaction Tax (FTT, ofwel Robin Hood Tax, vroeger ook wel Tobin Tax genoemd). Hij legde uit wat het verschil is met de ‘smalle’ bankenbelasting waar de Nederlandse regering, bij monde van minister de Jager, wel eens positief over praat. Het verschil is voornamelijk dat de bankentaks niets tegen speculatie uitricht en ook veel minder opbrengt; het belast alleen stilzittend kapitaal, eens per jaar, en dus niet het ‘flitsende’ kapitaal, permanent. ook voor de FTT zijn verschillende modellen. Sarkozy lijkt voorstander, en Merkel gaat ook in die richting, van het invoeren van een heffing van 0,05 %, maar het kan ook per product variëren.

Het voordeel is tweeledig: het genereert veel geld en het gaat speculatie tegen (de verwachting is dat met de minimale heffing 2/3e van de speculatie ‘gedempt’ wordt. Het zou bij (de op dit moment erg onwaarschijnlijke) invoering van een FTT op wereldschaal per jaar tussen de 400 en 700 miljard dollar op kunnen brengen.

Over de besteding van de gegenereerde gelden verschillen ook de posities. Over het algemeen is er wel consensus over een verdeling van dat de helft terugvloeit naar de schatkist van het land waar de heffing gedaan is bij voorkeur naar financiering van collectieve voorzieningen dan wel tegen bezuinigingen daarop, en de andere helft besteed kan worden aan financiering van duurzame ontwikkeling en klimaat.

Frankrijk, dat dit jaar voorzitter van G8 en G20 is, is dus voorstander en Duitsland heeft zelfs gezegd dat ze het eventueel eenzijdig invoeren en hebben de inkomsten van een FTT al ingeboekt in de begroting. Er zijn ook tegenstanders (VK, VS, en Nederland, onder andere). Strategie van de campagne voor een FTT is het ‘namen en shamen’. Op de internationale actiedag op 17e februari worden landen die tegenstander zijn onder druk gezet. In juni zijn er belangrijke vergaderingen van de Europese Raad en Ecofin, en in november is de G20-top in Zuid-Frankrijk.

Voor de Nederlandse campagne is het belangrijk om De Jager onder druk te zetten om zich in ieder geval ‘neutraal’ op te stellen (en niet expliciet tegen zoals nu) ten aanzien van invoering in G20-verband of in EU-verband.

Op een vraag uit ‘de zaal’ wordt uitgelegd dat de FTT in principe zou gelden voor alle financiële transacties, dus ook bij bijvoorbeeld de het wisselen van geld.

Er is ook een soort lobby richting grote banken om ze ontvankelijker te maken voor dit idee. Een van de instrumenten die verder ontwikkeld is, is de ‘eerlijke bankwijzer’.

————-

Schuldenrechtbank

Koos de Bruijn gaat verder met een inleiding over het schuldenvraagstuk, en geeft een korte uiteenzetting van de ontwikkelingen van de schulden na de Tweede Wereldoorlog en de twee voornaamste antwoorden die bedacht werden: Het instellen van een groep ‘zwaar verschuldigde landen’ (HIPC) en het MDRI (Multilateral Debt Relief Initiative).

Deze beide antwoorden hadden weinig oog voor de rol van de kredietverschaffers, terwijl onverantwoord leengedrag toch een van de hoofdoorzaken is. Veel landen zijn na de schuldenverlichting ook opnieuw in de problemen gekomen.

Op verschillende niveaus wordt ook gewerkt aan structurele oplossingen. Bijvoorbeeld in de Stiglitz Commissie, waar het idee ontwikkeld is van een International Debt Restructuring Court, een rechtbank dus waar een herschikking van de schulden besloten kan worden.

In de Financial Times is ook de idee geopperd dat landen failliet moeten kunnen gaan, waarna hun schulden komen te vervallen.

In Nederland wordt op dit moment onderzocht of schuldenarbitrage ondergebracht kan worden bij het Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag. Het gaat hier echter alleen om toekomstige schulden en de legitimiteit van schulden wordt naar alle waarschijnlijkheid niet meegenomen.

De oplossing zou een eerlijk en transparant schuldenverlichtingsprogramma zijn, dat neutraal en alomvattend is. Komend jaar wordt daarvoor, gelijkvallend met de G20-campagne, campagne gevoerd. Koos geeft een overzicht van criteria die gehanteerd kunnen worden en benadrukt dat er nu ‘momentum voor is’ met de schuldencrises waardoor zelfs hele staten op instorten staan. Ook verschuiven de mondiale economische machtsverhoudingen nu en is de steun vanuit de maatschappij groter dan ooit.

Daarom moet ingezet worden op de oprichting van een onafhankelijke rechtbank in 2015.

Afgesproken wordt aan het einde in te zetten op twee doelen: het neutraliseren van de Nederlandse blokkade van een FTT en:

De instelling van een effectieve schuldenrechtbank

Voor bijdragen aan deze campagnes kan contact opgenomen worden met de inleiders of meer informatie gevonden worden op:

http://www.jubileenederland.nl/

http://www.defusethedebtcrisis.org/

en voor FTT: ted.van.hees@oxfamnovib.nl