Het huidige economische systeem leidt tot een steeds groter wordende sociale, financiële en ecologische schuldenlast. De overheid kan dat inperken door middel van de belastingen die zij heft. Bijvoorbeeld door ‘fiscale vergroening’, een relatieve verschuiving van belastingdruk van arbeid naar het grondstofverbruik en de vervuiling die optreedt bij productie en consumptie. De ene kant van deze ‘tax shift’, het heffen van groene belastingen, kwam in deel I aan de orde. Vandaag, op de Dag van de Arbeid, richten wij ons op de andere kant: arbeid en inkomen. Centraal staat de vraag hoe de lasten en lusten van fiscale vergroening eerlijk kunnen worden verdeeld.
In deel I van onze serie braken wij een lans voor het idee van een belasting op ‘onttrokken waarde’ – in plaats van op belasting op toegevoegde waarde (btw). Dat deden wij aan de hand van het recente rapport van Ex’Tax, ‘New Era, New Plan’. Daarbij constateerden wij dat die studie er niet in is geslaagd om een overtuigende vergroening te ontwerpen. In de opzet van Ex’Tax is ‘vergroening’ niet (goed) gedefinieerd waardoor de voorstellen slechts geselecteerd zijn op haalbaarheid, niet op milieuvoordeel. Maar ook aan de andere kant van de vergelijking (arbeid ontlasten) hebben de auteurs de definities niet op orde. Regelmatig worden consument en burger door elkaar gehaald. Dat kan leiden tot negatieve gevolgen voor de koopkracht van minima. Fiscale vergroening dient rekening te houden met de verdeling van de lusten en de lasten van een dergelijke belastinghervorming.
…
De solidariteit van een groener belastingstelselLees meer »