Regeerakkoord wordt doorgerekend op Brede Welvaart

Al jaren volgt het Platform DSE de ontwikkelingen rond brede welvaart op de voet. Een belangrijke ontwikkeling was het verschijnen van de Monitor Brede Welvaart (MBW), maar die heeft nog steeds weinig invloed op het beleid. Een motie die deze week in de Tweede Kamer werd aangenomen kan helpen die invloed te vergroten.

Vanuit de Kamer is er al meerdere keren op aangedrongen de Monitor Brede Welvaart op te nemen in de beleidscyclus. De indicatoren geven dan weer waar de grootste problemen zitten, en er wordt beleid gemaakt om die problemen te verhelpen; beleid wordt dan niet meer primair gericht op het vergroten van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Vorig jaar schreef de regering in een brief aan de Tweede Kamer, dat er meer onderzoek nodig is voordat serieus werk gemaakt kan worden van het maken van beleid op basis van die indicatoren, omdat van tevoren niet duidelijk is of voorgenomen beleid ook zal leiden tot verbetering van de waarden voor die indicatoren.

In de motie die deze week werd aangenomen spreekt de Kamer uit dat het komende regeerakkoord moet worden doorgerekend vanuit een bredewelvaartsperspectief. Daarmee gaat dus onderzocht worden welke invloed het in het regeerakkoord voorgenomen beleid naar verwachting zal hebben op de waarden van indicatoren voor brede welvaart; precies het onderzoek waarvan de regering dacht dat het niet goed mogelijk zou zijn. Het wordt een interessant experiment, dat daarna natuurlijk ook herhaald kan worden voor de plannen die jaarlijks bij Prinsjesdag worden gepresenteerd. En zo kan het beleid steeds meer gericht worden op het streven naar brede welvaart in plaats van op de stijging van het BBP.

Verheugend was de brede steun die de motie in de Kamer kreeg. Behalve door initiatiefnemer Bruins (ChristenUnie) werd de motie mede ingediend door Sneller (D66), Slootweg (CDA), Snels (GroenLinks), Nijboer (PvdA), Stoffer (SGP) en Van Raan (PvdD). Alleen VVD, PVV en Forum voor Democratie stemden tegen.

Een motie van Van Raan (PvdD), die met dezelfde grote meerderheid werd aangenomen, vraagt de regering in de komende Miljoenennota ook cijfermatige indicatoren op te nemen van de ontwikkeling van de verschillende aspecten van brede welvaart, wat een verdere versterking van de positie van de MBW betekent. De motie vroeg ook om brede welvaartsindicatoren een vaste plek te geven in de beleidscyclus, maar minister Hoekstra vond dat de MBW die plek nu al had, met de verschijning elk jaar in mei op Verantwoordingsdag.

Een laatste motie die om meer aandacht voor brede welvaart vroeg was die van Nijboer (PvdA) en Alkaya (SP) over het Groeifonds of ‘Wopke-Wiebesfonds’. Projecten die gesteund worden vanuit dat fonds moeten volgens de plannen het BBP doen groeien of het ‘nationaal verdienvermogen’ versterken. Dus geen woord over brede welvaart, welzijn of vergroening; ‘het effect op bbp-groei is leidend’ schrijft de minister letterlijk. De motie van Nijboer en Alkaya vroeg het kabinet het criterium van BBP-groei te vervangen door het doel om de brede welvaart te vergroten. De motie werd ontraden door de minister, en vervolgens aangehouden. De hele gang van zaken rond het Groeifonds maakt duidelijk dat er nog een lange weg te gaan is voordat beleid écht gebaseerd wordt op een streven naar brede welvaart in plaats van op een streven naar BBP-groei.

Gerrit Stegehuis