Oproep Peeters

Oproep na de conferentie van Vlaamse deelnemers aan de debatten

Minister President Peeters:
Wordt het nu Lissabon of Johannesburg ?

Ondergetekenden willen hun bezorgdheid uitspreken dat economische groei te vaak als de ultieme drijfveer gezien wordt voor een gezond maatschappelijk en economisch beleid. We stellen ons daar namelijk ernstige vragen bij. En wij niet alleen. Op 19 en 20 november 2007 organiseerden de Europese commissie, het Europees Parlement, de OESO, WWF en de Club van Rome een tweedaagse conferentie waarin de noodzaak benadrukt werd dat andere indicatoren dan het BNP (Bruto Nationaal Product) een leidraad zouden moeten zijn voor een algemeen beleid. Want steeds vaker constateert men dat er in Europa geen duidelijke relatie is tussen economische groei en welzijn of welvaart. De sociale uitsluiting bijvoorbeeld neemt in de meeste Europese landen toe, terwijl het BNP in die landen stijgt. In Vlaanderen is dat niet anders. Want ondanks de Vlaamse economische groei belandt iets meer dan 1 Vlaming op 7 onder de armoedegrens. Ook deze minder leuke cijfers groeien. De kloof tussen arm en rijk neemt ook in de rest van de wereld alsmaar toe.

Daarbij worden we de laatste maanden ook steeds meer geconfronteerd met feitenmateriaal van de groeiende (inter)nationale milieuproblemen. De niet uit het nieuws te branden problematiek van de klimaatveranderingen, maar ook verlies aan biodiversiteit, verslechterde luchtkwaliteit, toenemende natuurrampen, uitputting vqn natuurlijke hulpbronnen en zo verder. Iedereen is het er over eens dat de weg die we bewandelen toch niet meer de juiste is. Nieuwe uitdagingen lachen de politici toe. Van wereldleiders tot lokale raadsleden. José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, verwoordde het op de bovengenoemde conferentie als volgt: “Al vele jaren is er een groeiende consensus dat BNP-groei niet genoeg is om een goed politiek en economisch beleid te definiëren. We staan voor nieuwe uitdagingen die een gezamenlijke aanpak vraagt”.

Vorige week organiseerden het Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling (VODO) en haar Nederlandse collega’s een druk bezochte conferentie met als doel een politiek signaal te geven en te werken aan een duurzame en solidaire economie. Vooraanstaande Vlaamse en Nederlandse economen, afgevaardigden van bedrijven, vakbonden, sociale organisaties en politici bediscussieerden op de Universiteit van Tilburg hoe te komen tot een economisch systeem dat duurzaamheid, welzijn en geluk als doel heeft. Minister President Kris Peeters was hiervoor ook uitgenodigd, maar stuurde, ondanks toezeggingen om een vertegenwoordiger van zijn kabinet te sturen, zijn kat. Terwijl Duurzame Ontwikkeling nochtans in de portefeuille van de Minister President zit. Maar zijn prioriteiten liggen blijkbaar elders.

In Nederland kijkt men evenwel jaloers naar de Belgische en Vlaamse situatie inzake Duurzame Ontwikkeling. België is één van de weinige landen die Duurzame Ontwikkeling heeft verankerd in de wet, recentelijk zelfs in de grondwet.
In België bestaat een Federale Raad Duurzame Ontwikkeling, een goed gespecialiseerde Task Force Duurzame Ontwikkeling binnen het Planbureau en er zijn diverse werkinstrumenten om Duurzame Ontwikkeling te integreren in het overheidsbeleid. De vorige Staatssecretaris Duurzame Ontwikkeling, Els Van Weert, voegde er dan nog een test aan toe, die geplande beleidsmaatregelen vooraf dient te toetsen op hun impact op Duurzame Ontwikkeling (DOEB).
In Vlaanderen is men, alhoewel wat later, ook aan de slag gegaan met het institutionaliseren van een Duurzame Ontwikkelingsbeleid, dit dus onder de bevoegdheid van de Vlaams Minister-president. Dit is overigens ook een engagement dat landen en regio’s, waaronder Vlaanderen, hebben genomen tijdens de Wereldtop Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg (2002).
Zeer recent is het decreet Duurzame Ontwikkeling op Vlaams niveau goedgekeurd. En reeds onder de vorige Vlaams Minister President Leterme is er driftig geschreven aan een Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling (VSDO) in samenspraak met de middenveldorganisaties. Deze VSDO is ondertekend door overheid, bedrijven, vakbonden en NGOs. In dezelfde periode is de overheid echter ook gestart met het Vlaanderen in Actie-plan, een strategie die volledig in de pas loopt met de doelstellingen van de Europese Lissabon strategie. Deze strategie moet leiden tot meer jobs door meer economische groei. Duurzame Ontwikkeling komt hier als het principieel kader niet in voor.

En het is hier waar het mank loopt. In Europa en bij de onderliggende nationale en regionale overheden weet men eigenlijk niet wat men wil. Men kan maar niet kiezen tussen de doelstellingen van de Lissabonstrategie en de afspraken in Johannesburg. Economische groei als ultieme doelstelling is een doodlopende weg. De grondstoffen nodig voor economische activiteiten worden steeds schaarser en raken op. Als sinds de jaren tachtig verbruiken we met alle wereldbewoners meer ‘milieugebruiksruimte’ dan dat de aarde ons biedt. We zijn dus letterlijk onze aarde aan het opgebruiken. Dit is niet duurzaam, en dat is wat we nu wél willen zijn. Duurzame ontwikkeling is geen luxe beleid meer, dit wordt steeds meer een overlevingsstrategie waarbij we de urgentie dagelijks kunnen voelen. Op de conferentie in Tilburg gaven de aanwezige vertegenwoordigers van vakbonden, werkgevers, academici, NGOs, en politici een 9 op schaal van 10 als het ging om urgentie van een transitie van de economie. Daar is consensus over. Waarom vinden we dit dan niet terug in het beleid?


Hierbij willen we gehoor geven aan de oproep voor gezamenlijke actie, die weerklinkt vanuit diverse middens en vragen aan het Vlaams beleid een duidelijk leiderschap voor duurzame ontwikkeling. De Lissabonstrategie kan een waardevol instrument zijn als het gaat om jobcreatie, maar het getuigt van een tunnelvisie als het gaat om oplossingen te zoeken voor andere belangrijke uitdagingen waar de wereld voor staat. In die zin geeft een duurzaamheidstrategie meer blijk van lange termijn visie en coherentie. En van verantwoordelijkheidszin, ten aanzien van huidige en toekomstige generaties.

Leida Rijnhout (VODO),
Francine Mestrum (VUB),
Toon Vandevelde (KUL),
Bart Bode (Broederlijk Delen),
Luc Vankrunkelsven (Wervel),
Chris Claes (Vredeseilanden),
Dirk Barrez (PALA.be),
Hans De Greve (Netwerk van Armen),
Dirk Geldof (auteur),
Ward Bosmans (Terra Reversa),
Esmeralda Borgo, (NBV),
Jean Pierre De Leener (VAC),
Erik Paredis (CDO),
Brent Bleys (VUB),
Alma De Walsche (journaliste),
Erik Mathijs (KUL)
en de vele participanten van de conferentie