De motor achter de doorgeschoten aandacht voor economische groei, de AEX en de Quote 500 is ons diepe verlangen om modern te zijn. We willen met onze tijd meegaan en vooral niet ouderwets of, nog erger, middeleeuws lijken. Modern zijn was voor een land eigenlijk altijd: op Amerika lijken. Kijk maar eens hoe waar de volgende uitspraken ons nog steeds aandoen:
Een modern land richt zich op de economie. Het streeft naar een forse economische groei.
In een modern land is een hoog inkomen belangrijk voor de
maatschappelijke status.
In een modern land worden veel spullen verkocht en er wordt veel weggegooid. Moderne mensen hebben graag van alles het nieuwste.
Een modern land heeft veel economisch verkeer met het buitenland.
In een modern land is veel transport.
Een modern land accepteert grote inkomensverschillen.
Amerika was, per definitie, het modernste land, het land waar elke Westerse natie op wilde lijken. In recentere jaren heeft Amerika echter die rol verspeeld, onder andere juist door tegen alle beter weten in te blijven vasthouden aan de eigen economie als enig leidend principe. De verbinding tussen modern zijn en gerichtheid op de economie wordt stilaan verbroken.
De vraag is nu: wat is straks het modernste land, waar andere landen op willen lijken? Wordt dat toch weer China of India? Of wordt het Bhutan, waar regeringsbeslissingen gericht zijn op het vergroten van het Bruto Nationaal Geluk? Het is duidelijk dat de media ons sterk in deze keuze kunnen sturen.
Doe nu de proef! Lees aandachtig elk van de volgende uitspraken en ga na welk gevoel u er bij krijgt.
Een modern land kent een bescheiden economische groei.
Een modern land heeft krachtige lokale en regionale economieën met vaak een eigen munteenheid.
In een modern land blijven mensen tot op hoge leeftijd actief en gezond.
In een modern land staan levenservaring en geestelijke ontwikkeling in hoog aanzien.
In een modern land hebben mensen plezier in hun werk.
In een modern land maken veel mensen muziek.
In een modern land nemen mensen zich niet al te serieus.
In een modern land wordt veel gelachen, genoten en gefeest.
In een modern land zijn mensen niet vaak ziek. De gezondheidszorg kan het werk gemakkelijk aan.
In een modern land wordt er veel gerepareerd en hergebruikt. Ook zijn veel spullen in gemeenschappelijk gebruik.
Vanzelfsprekend, niet? Deze gedachten kunnen gemakkelijk in het maatschappelijk discours geïnjecteerd worden. Ik hoor het Jeroen Pauw al zeggen: “In een modern land hebben mensen toch plezier in hun werk?”
Voor de media ligt hier een schone taak.
Sjaak Adriaanse
Beheerder startpagina complementaire economie
7 januari 2008