Tilburg 2008 Oogmerken

 

Op 19 december is door de organisatoren van de conferentie geformuleerd wat het doel van de conferentie van 10 januari is.

Oogmerken van de conferentie opgesteld door de organisatoren

1. Het thema is ontleend aan Al Gore’s film “An inconvenient truth”, maar we kijken bewust verder dan het klimaatvraagstuk. Twee redenen voor het door ons gekozen motto:

  • het is een passend en ook nog redelijk comfortabel moment om vanuit de gegroeide ecologische en sociaal-economische urgentie (wereldklimaat, nog steeds toenemende mondiale ongelijkheid) de noodzakelijke transitie aan de orde te stellen van alle rijkere economiën, dus ook die van België en Nederland;
  • de transitie, omslag of trendbreuk die we voor ogen hebben hoeft, hoe ingrijpend ook, niet aan het menselijke geluk afbreuk te doen. Zij behoedt ons integendeel voor nog grotere problemen op vlak van gezondheid, milieudegradatie, een nog verder toenemende armoedekloof op wereldvlak, (gewapende) conflicten en migratiestromen.

In beeldtaal: onze economiën oriënteren zich nu nog op de groei van het bruto nationaal product als snelheidsmeter, maar met name de hoogtemeter – de afstand tot een duurzame en solidaire economie – ontbreekt. Daarom is een eerste oogmerk van de conferentie ook de meetinstrumenten van onze economiën zo te herijken en/of te corrigeren, dat ze de afstand die ons nog scheidt van een duurzame economie zo scherp mogelijk aangeven en ons bovendien assisteren in het toegroeien naar een meer solidaire economie.

2. De conferentie dient duidelijkheid te verschaffen over wat het fundament van duurzame ontwikkeling en solidariteit reëel voor rijke economiën als de onze betekent.
De volgende speerpunten zijn daarbij simultaan van belang:

  • Een sociaal-cultureel speerpunt: de bevolking dient er langs diverse wegen (media, politiek, onderwijs) op te worden voorbereid dat de onafgebroken sinterklaasavond van een doorgroeiende materiële consumptie per hoofd van de bevolking voorbij is. De aarde kan dat ecologisch niet aan. Bovendien gebruiken we te veel grondstoffen en energie, ten koste van de armere landen, die ze nodig hebben voor hun eigen ontwikkeling, en voeren de militaire ratrace op tussen de rijke landen om de laatst overgebleven energievoorraden.
  • Een structureel speerpunt: de ruimte die door consumptiematiging ontstaat, wordt primair benut voor:
    – de versterking van de investeringen in milieubehoud en besparingen van menselijke en natuurlijke hulpbronnen;
    – de mondiale herverdeling van de welvaart en daarmee ook de ontwikkeling en de instandhouding van het sociale en ecologische “kapitaal” van de samenleving.
    Zo wordt een duurzaamheidstructuur binnen de samenleving zowel publiek als privaat verder opgebouwd.
  • Een institutioneel speerpunt: mogelijk startend vanuit een Breed Maatschappelijk Beraad is een op duurzaamheid en solidariteit gericht permanent overlegorgaan tussen de belangrijkste maatschappelijke actoren nodig (bij voorkeur naar Belgisch / Vlaams model), dat de omvorming van de economie begeleidt en zo nodig ook zelf ter hand neemt.
  • Een inkomensmatigend speerpunt: via overleg, en zo nodig regulering, wordt naar een maximalisering van het netto inkomen gestreefd.
  • Een fiscaal speerpunt: het belastingsysteem wordt zo omgevormd dat duurzame alternatieve energievormen en milieubesparingen er direct baat bij hebben, en mens- en milieubelastende en energieverslindende vormen van productie en consumptie sterker worden belast en arbeid minder. Deze belastinghervorming levert extra banen op en stimuleert de maatschappij meer te investeren in mensvriendelijke en milieuefficiënte technologie.
  • Een productnormerend speerpunt: De overheden gaan scherpere productnormen ontwikkelen waarin niet alleen aan gezondheidsaspecten aandacht wordt gegeven, maar ook de efficiëntie van het gebruik van menselijke en natuurlijke hulpbronnen wordt gemaximaliseerd.

Tilburg, 19 december 2007