Antwerpen 2009 basistekst

De Omslag – Transitie naar een Duurzame en Solidaire Economie

(Samenvatting van het basisdocument t.b.v. de conferentie in Antwerpen – vrijdag 16 januari 2009)

Samenvatting
Op vrijdag 16 januari zal in Antwerpen de tweede Conferentie over een Duurzame en Solidaire Economie worden gehouden. De eerste conferentie was op 10 januari 2008 in Tilburg en werd door meer dan 300 mensen bezocht. Na de conferentie van Tilburg volgde de Verklaring van Tilburg, waarin bondig wordt uiteengezet dat een omslag naar een duurzame en solidaire economie noodzakelijk en ook mogelijk is. De conferentie van Antwerpen moet weer een volgende stap in dit proces zijn. Het is dan de bedoeling zoveel mogelijk te concretiseren wat er in de Verklaring van Tilburg aan stappen wordt voorgesteld, en de resultaten aan beleidsmakers voor te leggen.

Ter voorbereiding van de conferentie van 16 januari is een expertmeeting belegd en zijn allerlei specifieke teksten gemaakt als basis voor de workshops. Maar ook is er een uitgebreid basisdocument gemaakt, dat uiteenzet wat de voorstellen van de Verklaring van Tilburg zijn, en wat de stand van zaken tot nu toe is.

Basisdocument
In het basisdocument wordt eerst beschreven hoe de conferentie van Tilburg tot stand is gekomen en wat daarvan het resultaat was. Toen werd al afgesproken om een jaar later, aanstaande 16 januari dus, in Antwerpen opnieuw bijeen te komen om dan te richten op de concrete stappen voor beleid. Een derde conferentie in 2010 zal wederom in Tilburg gehouden worden en dan meer gericht zijn op discussies rond de noodzakelijk geachte machtsvorming om de gestelde doelen gerealiseerd te krijgen.

Ondertussen zijn we een jaar verder sinds de conferentie van Tilburg. Er is in de tussentijd veel veranderd, met name het losbarsten van de kredietcrisis heeft de noodzaak van diepgaande economische verandering zeer duidelijk gemaakt. Tegelijkertijd is er veel hetzelfde gebleven, vooral waar het gaat om de schadelijke effecten op sociaal en ecologisch gebied van de heersende manier van economie bedrijven. Voor Platform DSE – zoals de initiatiefnemers van de conferenties zich genoemd hebben – neemt daarmee de urgentie van ingrijpende beleidsveranderingen alleen maar toe. Daarom worden forse maar realistische maatregelen voorgesteld. Worden die niet doorgevoerd, dan zal de schade en de schuld die we daarmee op volgende generaties laden, alleen maar toenemen.

Een deel van de voorgestelde maatregelen betreft verschuivingen in gedragingen, die op zich geen geld hoeven te kosten. Maar een ander deel van de maatregelen zal vergen dat er middelen voor vrijgemaakt worden, vooral in het rijke deel der aarde en misschien wel tien procent van het huidige nationale inkomen.

Toch zal dit allemaal niet hoeven te betekenen dat de welvaart van de Belgen en de Nederlanders verslechtert of dat er ingeboet zal worden op de werkgelegenheid. Er zal immers veel werk verricht moeten worden op terreinen die nu verwaarloosd worden. Wel zal voor de rijkere delen een verschuiving noodzakelijk zijn in de richting van minder materiële consumptie.

Transitie
Belangrijk om een overgang tot stand te brengen, is een programmatisch kader dat helderheid biedt over de aard van de urgentie, de richting van de transitie, de daarvoor gehanteerde strategieën en de daarbij mogelijke maatregelen en instrumenten. Dit geheel wordt ook wel transitiemanagement genoemd. Het basisdocument gaat daar uitvoerig op in, en die thema’s staan ook prominent en gedetailleerd op de agenda in Antwerpen.

Tegelijkertijd worden ook de systeemkenmerken niet uit het oog verloren. Het basisdocument behandelt de belangrijkste: groeidwang, de eenzijdige meting van de economie, de noodzaak van een breed economiebegrip, geldcreatie, onevenredige eigendomsverhoudingen, de spanning tussen collectieve en private belangen, quotering en het inkaderen van de marktwerking.

De invulling van het basisdocument en het programma van ‘Antwerpen’ zijn met name gericht op de structurele maatregelen, terwijl beseft wordt dat de ‘culturele’ kant van de problematiek minstens even belangrijk is, en dat de twee samen één medaille vormen.

Strategie
Bij het omschrijven van de strategie, wordt onderscheid gemaakt tussen drie strategische doelen die gelijktijdig gevolgd moeten worden. Het gaat om efficiëntie (op zowel ecologisch als sociaal gebied), om sufficiëntie (dus een ‘genoegstrategie’) en om herverdeling.

Qua instrumenten die daarbij benut kunnen worden, en gekoppeld kunnen worden aan de strategieën, wordt onderscheid gemaakt tussen financiële instrumenten, ge- en verboden, quoteringen, publieke investeringen, cognitieve en normatieve instrumenten en institutionele hervormingen. In een tabel wordt zichtbaar gemaakt welke instrumenten te combineren vallen met welke strategie.

Ook de vaststelling van de fasering valt onder het transitiemanagement. In de eerste transformatiefase zijn maatregelen en veranderingen wenselijk en nodig in de richting van de groeiverlegging. Daar vallen onder meer onder de verschuiving van de materiële consumptiegroei naar maatschappelijke investeringen in meer duurzaamheid en solidariteit. Op (middel)lange en lange termijn zijn maatregelen nodig om tot een daadwerkelijk duurzame en solidaire economie (in de zin van ook een duurzaam nationaal inkomen) te komen, met inbegrip van het mogelijke element van een netto groeivermindering (of materiële krimp) in de rijkere landen.

Het basisdocument eindigt met een beschrijving van de vorm en werkwijze van het Platform Duurzame en Solidaire Economie. Daar wordt ook duidelijk omschreven welke doeleinden het Platform zich gesteld heeft, en op welke verschillende doelgroepen ze haar activiteiten wil richten.



Het volledige basisdocument telt ruim 11 pagina’s en is hier te downloaden.