60-Urige werkweek is goed voor niemand

Frank Kalshoven betoogt in de Volkskrant van zaterdag 24 mei dat we, om de economie weer te laten bloeien en groeien, naar een 60-urige werkweek moeten. Dat zal de milieucrisis verdiepen en de bevolking nog verder opdelen in overwerkten en werklozen.

Minister Asscher startte onlangs een campagne om werkgerelateerde stress tegen te gaan. Gebleken was dat 31 procent van de verzuimgevallen die te maken hebben met het werk wordt veroorzaakt door ‘werkstress’, en dat 12 procent van de werknemers burn-out-klachten heeft. Als werknemers 60 uur per week moeten gaan werken, wordt de druk alleen maar groter. Ze moeten bovendien meer voor hun ouders zorgen, boodschappen doen voor de buren en het buurthuis beheren. Meer werken en de participatiemaatschappij gaan niet goed samen.

De motor achter de huidige economie is winstmaximalisatie op korte termijn door kostenbesparing en het verder opvoeren van de arbeidsproductiviteit. Dit leidt leidt bij geen of matige groei tot uitstoot van arbeid. Voorlopig valt om verschillende redenen geen substantiële groei te verwachten. Daardoor krijgen we nog heel wat jaren met baanloze groei te maken. Die groei is om een andere reden uiterst onwenselijk. Ondanks duurzame technologie en meer dienstverlening leidt nog meer productie tot nog meer milieuvernietiging, klimaatverandering en uitputting van grondstoffen. Wanneer gaan op groei gefixeerde economen als Kalshoven eindelijk beseffen dat een vitaal milieu de werkelijke basis van het menselijk leven én van de economie is? En dus dat de groeidwang van de huidige economie die basis elke dag opnieuw ondergraaft?

Om binnen de grenzen te blijven die het milieu stelt, moeten we van die groeidwang af. Het gaat mensen vooral om bestaanszekerheid. Die schep je volgens ons door een combinatie van baanzekerheid en een vitaal milieu. Als we het bestaande werk zouden verdelen komen we op een 21-urige werkweek uit. Een 24-urige werkweek ligt dan ook binnen ons bereik.

De voordelen van werk delen zijn legio. Mensen worden niet uitgesloten maar ingesloten, de uitgaven aan sociale uitkeringen dalen sterk, evenals stress en arbeidsverzuim bij werknemers, oudere werknemers kunnen langer doorwerken, de emancipatie wordt bevorderd, uitgaven aan psychische gevolgen van buitensluiting en (kosten van) criminaliteit dalen. De extra tijd kan ten goede komen aan een leven lang leren, waar ook Kalshoven voor pleit, aan vrijwilligerswerk en zorgtaken, en aan contacten met anderen. De voordelen zijn zo groot, dat het onbegrijpelijk is dat we de hindernissen die er zeker zijn, nog niet uit de weg geruimd hebben.

Om een 24-urige werkweek mogelijk te maken met genoeg in het loonzakje om goed van te leven en op een manier die binnen de grenzen van het milieu blijft, zijn in elk geval drie maatregelen nodig.

Arbeid, waar we veel van in de aanbieding hebben, ontmoedigen we nu door die zwaar te belasten, schaarse grondstoffen en milieuvervuiling belasten we vrijwel niet. Dit omkeren is een kwestie van gezond verstand.

Vermogen en koopkracht zijn in ons land slecht verdeeld. We gaan eerlijker delen door belasting op vermogens, een progressieve inkomstenbelasting boven modaal en het bestrijden van belastingontwijking.

Als je werk verdeelt kunnen we het ons niet veroorloven dat er, zoals nu, voor bepaalde beroepen te weinig geschoold personeel is en voor andere veel te veel. Onderwijs moet aansluiten op de behoeften van de samenleving en de arbeidsmarkt.

Een economie en de groei daarvan is geen doel op zich maar zou dienstbaar moeten zijn aan bestaanszekerheid en aan een goed leven. Wij weten niet wat volgens Frank Kalshoven het doel van de economie is, maar een 60-urige werkweek staat in onze ogen haaks op een goed leven.

Frans van der Steen en Gerrit Stegehuis zijn lid van het Platform Duurzame en Solidaire Economie (www.platformdse.org)